Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kraan

betekenis & definitie

Kraan is de naam van een paar werktuigen, en wel in de eerste plaats van een werktuig, bestaande uit de vèreeniging van katrol en windas en zoodanig ingerigt, dat daarmede zware lasten opgeligten naar eene naburige plaats overgebragt kunnen worden, bijv. van den wal in een schip of omgekeerd. Zij is, bij eenheid van doel, op verschillende wijzen ingerigt Wij geven hierbij de afbeelding van eene kraan te Brest op 1/100ste van hare grootte. In tig. 2 is het raderwerk afzonderlijk voorgesteld. De ijzeren stander P, gedeeltelijk door metselwerk verborgen, rust met het ondereinde Q in een pot en heeft bij M eene cylindervormige kraag, steunende tegen de wrijvingsrollen S S. In het uiteinde van den arm is eene schijf, waarover het touw loopt, bestemd om den last op te heffen.

Het eene uiteinde is aan den arm bevestigd en in de bogt eene losse katrol geplaatst, aan wier haak de last komt te hangen. Het andere uiteinde is eenige malen om de wind-as A geslagen. Op de as van de rol A bevindt zich het tandrad B, welks tanden grijpen in die van het rondsel C, dat eene gemeene as heeft met het tandrad D. Dit grijpt in het rondsel E, hetwelk met het tandrad F tegelijkertijd ronddraait, en eindelijk heeft men de krukas G Hl met de 2 rondsels L en K. In den aangegeven stand grijpen de rondsels niet en zal het omdraaijen der kruk-as geene beweging in het raderwerk veroorzaken. Schuift men echter de as naar de linker zijde, dan zal het rondsel L de tanden van het rad F vatten, zoodat de draaijende beweging der kruk-as wordt overgebragt op de as van F en E. Het rondsel E, grijpende in de tanden van D, brengt de beweging over op de as van D en C. Het rondsel C eindelijk, met zijne tanden in die van het rad B grijpende, doet het laatstgenoemde en dus ook de rol A in de rondgaande beweging der kruk-as deelen. De looper wordt daardoor op de rol gewonden en de last opgeheven.

Wordt de kruk-as naar de regter zijde geschoven, dan grijpen de tanden van het rondsel K in die van het rad D, en door C en B wordt de beweging op de rol A overgebragt. De krachtvermeerdering is in dit geval geringer, maar de snelheid der opheffing grooter. Immers de verhouding tusschen de kracht en den last is in het eerste geval als 1 tot 2592, en in het tweede als 1 tot 432. In het eerste geval zal men dus, werkende aan de kruk-as met een vermogen van 10 pond, bijna 26000 pond kunnen opligten De toestel M (fig. 2) dient, om de krukas in een dier beide standen te bevestigen. — Is nu de last hoog genoeg opgeligt, dan wordt de kraan zoo veel om hare as gedraaid, dat de last zich bevindt boven de plek, waar men dien wil nederleggen.

Behalve zulke vaste kranen heeft men ook verplaatsbare, die op houten rollen zijn gesteld. Hierbij moet steeds gezorgd worden, dat de loodlijn, gaande door het gemeenschappelijk zwaartepunt van de kraan en den last, binnen de aanrakingspunten van de rollen met den bodem blijve.

Een geheel ander werktuig, onder den naam van kraan bekend en in de tweede plaats door ons bedoeld, dient om de snelheid van vloeistoffen, stroomende door buizen, te verminderen of zelfs geheel te doen ophouden. Daartoe ontvangt de buis eene kegelvormige verwijding, waarin een naauwsluitend ligchaam geplaatst wordt, dat in ééne rigting is doorboord. Is het boorgat in de rigting der buis geplaatst, dan is ook de snelheid van uitvloeijing het grootst. Plaatst men het boorgat onder zekere hoeken, dan zal die snelheid te kleiner zijn, naar gelang de rigtingen van buis en boorgat meer verschillen, en de uitvloeiing houdt op als zij een regten hoek vormen. Zulke kranen gebruikt men tot het aftappen van olie, wijn enz. uit vaten.

Somtijds bezigt men dubbelweg-kranen. Hier is de stop of sleutel geplaatst op het vereenigingspunt van 2 buizen, die elkander kruisen. In den eenen stand (fig. 1) zijn de buizen S en B, T en C met elkander in gemeenschap, en in den tweeden stand (fig. 2), waarbij de stop een kwart cirkel is omgedraaid, de buizen S en T, B en C. Kranen komen niet enkel te pas tot het doorlaten van dropvormige, maar ook van luchtvormige vloeistoffen. Ook de luchtpomp is voorzien van eene kraan, bij wier opensluiting de buitenlucht doordringt naar de klok.

< >