Korjaken of Koraeken (van Koria, dat rendier beteekent) is de naam van een volksstam in Oost-Siberië, gevestigd tusschen den bovenloop van de Indigirka en den Oceaan, zoowel op het vaste land als op het schiereiland Kamtsjatka. Hij telt nog geen 3000 zielen en is weder in verschillende stammen verdeeld. Wie het verst in het noorden wonen, dragen den naam van Toemoegoetoe (Zwervers), daar zij meerendeels ronddolende rendierenfokkers zijn, terwijl de Kamenzen, Parengen, Palloenzen, Thinsen en Oloetorzen vaste woonsteden hebben. De Korjaken zijn klein en mager; zij hebben platte neuzen, kleine oogen en zwart haar.
Hunne godsdient is het Sjamanismus. Van ouds heerscht bij hen de veelwijverij; sommigen van hen hebben 3 of 4 vrouwen, welke zij niet koopen, maar door aan de ouders bewezene diensten verwerven. Zij zijn welwillend en eerlijk, maar zeer morsig, en leven van de jagt en van de rendierenteelt. Intusschen zijn er reizigers, die hen voorstellen als ruw, diefachtig, wraakzuchtig en trotsch.