Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kolijn (Klaas)

betekenis & definitie

Kolijn is de naam van een schrijver, die niet bestaan heeft. In 1719 namelijk werd door Gerhard Dumbar in het eerste deel zijner „Analecta” eene rijmkronijk opgenomen, welke afkomstig heette te wezen van den Egmonder monnik Klaas Kolijn, die omstreeks het jaar 1170 zou hebben geleefd. Die rij:nkronijk is voorts op eene prachtige wijze uitgegeven door Gerard van Loon onder den titel van: „Geschichthistoriaal rijm of rijmkronijk van Klaas Kolijn, Benedictijner monnik der abtdije te Egmont, beginnende met den Simberschen vloed en eyndigende met den dood van graaf Dirk, vader van Florents III van Holland in ’t jaar 1116; met zoo taalals historiekundige aanteekeningen opgehelderd (1745)”.

Ook de geleerde Zacharias Henricus Alewijn schreef geschied- en taalkundige aanmerkingen op deze kronijk. De schrandere Huydekoper was de eerste, die aan wees, dat deze kronijk een ondergeschoven stuk moest wezen, en Wagenaar, die in de eerste twee deelen zijner „Geschiedenis” haar als bron had gebezigd, kwam tot dezelfde overtuiging, waarvan hij rekenschap gaf in zijn: „Toets van de egtheid der Rymehionijke van Klaas Kolijn (Werken der Maatsch. van N. Letterk. te Leiden III)”, zoodat hij in de 2de uitgave van dat werk (1770) die fout heeft hersteld. Mr. H. Kluit en Hendrik van Wijn hebben moeite gedaan, om den oorsprong dier kronijk op te sporen, en het is gebleken, dat zekere Reinier de Graaf, plaatsnijder te Haarlem, dat stuk heeft vervaardigd of doen vervaardigen, om het tegen aanzienlijke sommen bij gedeelten aan den ligtgeloovigen oudheidkenner Cornelis van Alkemade te verkoopen.

< >