Kistnah, in het Sanskriet Krisjna, een der voornaamste rivieren van Dekan in VóórIndië, ontspringt bij Mahaboelisjwar in de West-Ghats ter hoogte van 1400 Ned. el, omstreeks 8 geogr. mijl van de westkust van Dekan, stroomt over een afstand van 32 mijl zuidoostwaarts door Sattara, voorts door eene uitgebreide vlakte en neemt de wateren op der Bhima en der Toemboedra. Voorts kronkelt zij over een afstand van 40 geogr. mijl door de rotsachtige streken der Oost-Ghats totdat zij, zich zuidwaarts wendend, de vlakte bereikt. Hare oevers zijn 10 tot 12 Ned. el hoog, zoodat zij de landen niet besproeit. In de kustvlakte vloeit zij over een afstand van 16 geogr. mijl naar het zuidoosten, totdat zij zich hij Boboerlanka in 2 armen verdeelt, welke eene delta insluiten, terwijl zij ten zuiden van Masoelipatam zich uitstort in de Indische Zee.
Hare lengte bedraagt 178 geogr. mijl. Ieder jaar treedt zij 2-maal buiten hare oevers. Zij is niet bevaarbaar, en slechts hier en daar bestaan gelegenheden, om in een gebrekkig vaartuig de overzijde te bereiken.