Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kapellaan

betekenis & definitie

Kapellaan, afkomstig van capa, een kleed, hetwelk over de reliquieën van een beschermheilige werd uitgespreid, noemde men in de Oostersche Kerk oorspronkelijk den geestelijke, die het leger vergezelde en genoemde reliquieën droeg. Weldra werd hij tevens belast met de besturing van de godsdienstoefeningen der soldaten, terwijl hij ook wel geroepen werd om in groote kerken den geestelijke gedurende de dienst bij te staan. Somtijds had men bij dezelfde kerk onderscheidene kapellanen met een archi-kapellaan aan het hoofd.

Ook de geestelijken der Keizerlijke kapél droegen den naam van „kapellaan”, terwijl de geestelijke, welke in de kapél van een hooggeplaatst persoon de dienst verrigtte, met dien van „huiskapellaan” bestempeld werd. In ons land geeft men den naam van „kapellaan” aan jeugdige geestelijken, die na het volbrengen hunner studiën en na het ontvangen der wijding bij de pastoors en priesters worden geplaatst om deze behulpzaam te zijn.

< >