In de muziek verstaat men onder kadans eene willekeurig aangebragte figuur in een loop (gamme), in een triller of in een thema. Zij telt niet mede in de maat en wordt gewoonlijk met fijner notenschrift geschreven. Goed aangebragt kan zij het effect van de muziek zeer verhoogen; noch de componist, noch de executant mag er een te veelvuldig gebruik van maken.
In de harmonie noemt men eene kadans zoodanige opvolging van harmonieën, dat op eene vierklankharmonie een drieklank volgt in dezelfde toonsoort: deze is eene hoofd- of sluitingskadans, die gewoonlijk aan het einde van een muziekstuk of van eene periode daarin voorkomt. Volgt de verwachte drieklank tot sluiting niet, maar gaat de eerste vierklank over in eene andere verbinding tot voorbereiding van eene andere toonsoort, dan noemt men die kadans eene „onvolkomene of valsche”.