Gretna-Green, een dorp in het Schotsche graafschap Dumfries, was wegens zijne gunstige ligging bij de grenzen van Engeland een toevlugtsoord voor vele Engelschen, die zonder toestemming van ouders of voogden in het huwelijk wilden treden. Vroeger was in Engeland en Schotland de verklaring van twee personen, dat zij eene echtverbindtenis wilden aangaan, voldoende tot het sluiten van een huwelijk. Toen deze wet onder de regéring van George II in Engeland opgeheven werd, kon men in Schotland nog altijd teregt. Toevallig was de vrederegter te Gretna-Green, voor wien die verklaring afgelegd moest worden, een grofsmid, waardoor de meening ontstond, dat een smid aldaar het bijzonder privilegie bezat om de trouwlustigen aan een te smeden.
Intusschen konden zulke huwelijksgeloften ook voor den predikant worden afgelegd, en die van het nabij Gretna-Green gelegene Springfield, David Laing genaamd en na zijn dood opgevolgd door zijn zoon, verbond talrijke paren. Tot aan het jaar 1833 verschenen er jaarlijks honderde, toen echter na dien tijd het sluiten van een geheim huwelijk met straf bedreigd werd, verminderde dat aantal op ongeveer 100, totdat eene Parlementsacte, die alle huwelijken, na 1 Januarij 1857 op die wijze gesloten, onwettig verklaarde, er een einde aan maakte. In de registers van GretnaGreen leest men vele beroemde namen, zooals die van den graaf van Westmoreland, van lord Ellenborough, van Sheridan, van den lordkanselier Erskine enz. Ook is er den 7den Mei 1837 de prins van Capua, een broeder van Ferdinand II, koning van Napels, met de bekoorlijke Penelope Smith, — en den 5den November 1845 de ritmeester der hussaren Ibbetson met lady Adèle Villiers, eene dochter van den graaf van Jersey en eene zuster van prinses Esterhazy, in den echt verbonden.