Gaza of Ghaze, in het Arabisch Ghazze, is eene onversterkte stad en de zetel van een pasja in het zuidwesten van Syrië, — tevens de laatste stad aan den weg van Palaestina naar Egypte. Zij ligt eene geogr. mijl van den oever der zee, waar zich weleer de haven Majoemas (later Constantia) bevond, digt bij de woestijn, op en om eene cirkelvormige hoogte en omgeven door vruchtbare olijven- en ooftgaarden, die door cactushagen afgesloten en door palmboomen beschaduwd zijn. Zij is de volkrijkste stad van Palaestina en telt 16000 en volgens anderen bijna het dubbel aantal inwoners, die uit Turken, Arabieren, Egyptenaren en Syriërs, meerendeels Mohammedanen, en eenige honderden Christenen bestaan. — Er zijn 7 moskeeën, meestal uit de overblÿfselen van voormalige gebouwen — zooals de hoofdmoskee met hare prachtige zuilen uit die van den tempel der Christenen — opgetrokken. Men heeft er voorts eenige rijksgebouwen, huizen van gebakken steen, naauwe straten, maar ruime, wèlvoorziene bazars.
Gaza is eene levendige, welvarende stad, en heeft als middelpunt tusschen Syrië, Palaestina, Arabië en Egypte eene hoogst gunstige ligging. De ontwikkeling der nijverheid openbaart er zich voorts in zeepziederijen, zijdeteelt, ooft-, wijn-, olijven- en tabaksbouw, enz. Toch heeft het verkeer ter zee er geheel opgehouden. — Gaza was reeds tijdens de verovering van Kanaân door de Israëlieten eene belangrijke stad. Zÿ behoorde, even als Ascalon, Gath enz., tot de Philistÿnsche steden, vervulde in de geschiedenis van Simson eene merkwaardige rol, en viel ten deel aan den stam van Juda, waarna zij tot nu toe in de lotgevallen van Palaestina deelde. Zij is in 333 vóór Chr. door Alexander de Groote, in 315 door Antigonus, wiens zoon Demetrius er in 312 door Ptolemaeus verslagen werd, en in 96 door den Makkabeeër Alexander Jannaeus veroverd en verwoest, doch later op last van Pompejus door den stadhouder Gabinius — vermoedelijk op eene andere plek — weder opgebouwd. In 65 na Chr. werd zij door de oproerige Israëlieten ingenomen, terwijl later Constantijn de Groote er een bisschopszetel stichtte.
In 634 maakten de Arabieren onder aanvoering van Amroe zich van haar meester. Deze stad was voorts van belang in den tijd der Kruistogten. Zij werd in 1100 door de Christenen, en in 1152 en 1187 door Saladijn veroverd. Vóór hare muren leden in 1239 de Kruisvaarders, in 1244 de drie ridderorden eene bloedige nederlaag. In 1280 werd er de Emir van Damascus door de Egyptenaren geslagen, en in 1516 de Mameloeken door de Turken. In 1771 werd Gaza door den oproerigen Ali-Bey, en den 25sten February 1799 door de Franschen onder generaal Kleber veroverd.