Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Galvani (Aloysius)

betekenis & definitie

Galvani (Aloysius), de ontdekker van het naar hem genoemde galvanismus, werd geboren te Bologna den 9den September 1737. Hij was de telg van een aanzienlijke geslacht en werd wegens zijn godsdienstigen zin bestemd voor den geestelijken stand. Zoodra hij echter de hoogeschool in zijne geboortestad bezocht, veranderde hij van rigting, legde zich toe op de geneeskunde en huwde met de dochter van zijn leermeester, den hoogleeraar Galeazzi.

Meer bepaald bestudeerde hij de anatomie der vogels en kwam in 1789 toevallig tot de ontdekking van het galvanismus. Gedurende zijne afwezigheid legde zijne echtgenoote, die eene kikvorschensoep wilde bereiden, de afgestroopte dieren digt bij den geladen conductor eener electriseermachine. Toen zij ze vervolgens met een mesje aanraakte, was zij verwonderd over de hevige stuiptrekkingen, die zich in de spieren der kikvorschen vertoonden. Zij deelde dit aan Galvani mede, die de proef met goed gevolg herhaalde. Zoo wordt de zaak voorgesteld in de „Philosophical transactions”; doch veel waarschijnlijker luidt de mededeeling van Pouillet, dat Galvani zelf die stuiptrekkingen opmerkte, toen hij gepraepareerde kikvorschpooten met koperen haken aan eene ijzeren balconleuning ophing.

Hij onderzocht dat verschijnsel en merkte op, dat de koperen haak met de zenuwen der dijspieren en met het ijzer in verband was, en dat bij de stuiptrekking de ontbloote spieren met het ijzer in aanraking kwamen. Galvani putte hieruit de bewering, dat zich in de levende zenuwen eene vloeistof bevond, die door den koperen haak en het ijzer ging, er bij de spieraanraking op overspringende. Men gaf daaraan den naam van galvanische vloeistof en hoopte hierin eene verklaring van het leven te vinden. De juiste verklaring van de galvanische verschijnselen zijn wij echter verschuldigd aan Volta.

De Fransche Omwenteling beroofde Galvani van zijn hoogleeraarsambt, daar hij niet te bewegen was, om den eed van trouw af te leggen aan de Cisalpijnsche Republiek. Later echter werd hij van deze verpligting verschoond en in zijne betrekking hersteld. Inmiddels was zijne gezondheid ondermijnd en had hem het verlies van zijne vrouw en van zijn ambt zooveel verdriet berokkend, dat hij reeds den 11den December 1798 overleed. Hij heeft slechts enkele verhandelingen nagelaten zooals „De renibus atque ureteribus volatilium”, — „De volatilium aure”, — en „De viribus electricitatis in motu museulari commentarius”. Eene uitgave van zijne gezamenlijke werken zag in 1841 te Bologna het licht.

< >