Fumariaceën is de naam eener plantenfamilie, welke sappige kruiden bevat met de volgende kenmerken: De wortel is niet zelden knolvormig, — de bladeren zijn afwisselend geplaatst, dubbel- of drievoudig gevind, somtijds ook ingesneden en rankvormig, zonder steunbladen, — de bloemen tweeslachtig, onregelmatig, doorgaans tot trossen vereenigd, — de kelk 2-bladig, klein, eenigzinsgekleurd,afvallend, zelden verwelkend, — de bloemkroon is 4-bladig, en de beide buitenste bloembladen — somtijds één van deze — zijn met sporen voorzien, terwijl de beide binnenste aan den top eenigzins eeltig, en gekleurd zijn; zij omgeven de helmknoppen en den stempel, en in de spoor is een honigkliertje, — de 6 meeldraden zijn tot 2 bundels zamengegroeid, welke vóór de buitenste bloembladen staan, — het vruchtbeginsel is éénhokkig en veeleiig, — de stamper enkelvoudig en draadvormig, de stempel 2-lobbig, — en de vrucht eene niet openspringende één- of 2-zadige noot of eene 2-kleppige, veelzadige haauw. De helft der soorten dezer familie behoort te huis in het midden en in het noorden van Azië. Europa bezit daarvan 2/7de en Afrika, alsmede Noord-Amerika 1/7de, terwijl zij in de keerkringslanden geheel en al ontbreken.
Op het zuidelijk halfrond vindt men er aan de Kaap. in ons Vaderland is het geslacht Fumaria bekend onder den naam van Duivenkervel; het bevat er 2 soorten: de F. officinalis L. en F. muralis Sonder. Bijna alle bevatten eens bittere extractiefstof (fumarine), verbonden met plantenslijm en zouten.
