Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Florideën

betekenis & definitie

Florideën of Purperwieren is de naam van eene onderfamilie (tribus) der Wieren of Algen (zie aldaar). Zij omvat zeegewassen, waarvan het loof vastzittend, meestal struikachtig vertakt, fijn verdeeld, kraakbeenachtig en veelal licht rood gekleurd is. Zij hebben karmozijnroode sporen, die in knop- of zaaddoosvormige kiemhuisjes besloten en op verschillende wijzen over de vertakkingen van het loof verspreid zijn. Men vindt ze in groote verscheidenheid van geslachten en soorten in alle zeeën, vooral echter in de warmere gewesten.

Hunne celwanden bestaan uit eene eigenaardige wijziging der plantengelei, zoodat zij bij het koken in eene zachte, slijmerige massa veranderen. Voorts bevatten zij iodium, hetwelk zij uit het zeewater opnemen. Harvey verdeelt ze naar den aard der kiemhuisjes in de volgende zes groepen: Rhodomeleën met uitwendig zigtbare, peervormige, veelal van boven geopende kiemhuisjes; zij zijn rood of roodbruin van kleur, — Laurentiaceën, die op de voorgaande gelijken, maar roos- of purperkleurig zijn, — Ceramiaceën met besvormige kiemhuisjes zonder regelmatige opening; de deelen dezer gewassen zijn meestal rozenrood, zeer hard, geleed of vertakt, — Delesseriaceën met vliezige, half bolvormige, geslotene kiemhuisjes met vele sporen (men ziet in bijgaande figuur in a zulk een kiemhuisje, in b de doorsnede van een kiemhuisje, in c een sporendragenden draad, allen sterk vergroot, in d een aantal groepen van zoogenaamde vierlingscellen (tetrasporae), in e eenige van deze sterk vergroot, en in f Delesseria sinuosa Lam. op ⅓de der natuurlijke grootte), — Shodymenieën met lederachtige kiemhuisjes,— en Cryptonemiaceën met bolvormige in het loof verscholen kiemhuisjes, die zich als zwellingen voordoen.

Tot de Purperwieren behoort voorts het geslacht Sphaerococeus L. of kogélwier en tot dit laatste het bekende Iersche mos of carragheen (S. crispus Ag., ook Chondrus erispus Lyngb. en Fucus crispus genaamd). Het groeit aan de kusten der Noordzee, vooral in Ierland. Tot gelei verkookt, levert het een uitmuntend middel tegen borstkwalen. De eetbare vogelnestjes van Hirundo esculenta L., die op de Soenda-eilanden verzameld worden — eene dure lekkernij voor de Chinézen —, bestaan, naar men vermeldt, hoofdzakelijk uit het kraakbeenig en geleiachtig weefsel van S. Cartilagineus Ag. Aan de oevers van den Indischen Oceaan worden Plocaria candida en P. tenax, mede tot de Purperwieren behoorende, in groote hoeveelheid verzameld, tot gelei gekookt, tot stangen gevormd en onder den naam van Agar-Agar (zie aldaar) verkocht. Men kookt die stangen, welke daarbij oplossen en tot het bereiden van eene gezonde en voedzame podding dienen.

< >