Espréménil (Jean Jacques Duval d’), een Fransch advocaat, werd geboren te Pondichery in 1746, kwam in 1750 in Frankrijk, legde zich toe op de regtsgeleerdheid, werd advocaat des Konings, kocht eene plaats in het Parlement en onderscheidde zich aldaar door zijne gaven als redenaar.
Weldra verwierf hij ook als regtsgeleerde een grooten naam door zijne verdediging van den graaf de Lally-Tollendal. Op eene welsprekende wijze bezwoer hij den Koning in de parlementszitting van 27 November 1787 om de gehate besluiten terug te nemen en de rijksstanden bijeen te roepen. Daarna was hij oorzaak van het verzet van het Parlement tegen de regéring, weshalve hij naar het eiland Marguérite verbannen werd.
Later riep men hem terug, en de adel te Parijs benoemde hem tot afgevaardigde naar de Rijksstanden, alwaar hij de beginselen der monarchie met kracht verdedigde. Hoewel hij hierdoor de volksgunst verbeurde, bleef hij tot aan den tijd, waarop zijn last eindigde, te Parijs, en bij het bestormen der Tuilerieën was hij bijna het slagtoffer geworden zijner vermetelheid.
Na den 10den Augustus 1792 begaf hij zich naar zijn landgoed bij Havre, doch hij werd er door de agenten der Revolutie in hechtenis genomen, aan de revolutionaire regtbank overgeleverd, den 22sten April 1794 ter dood veroordeeld en terstond daarna geguillotineerd.