Engelsche ziekte (Rachitis) openbaart zich wel eens bij kinderen in het 2de levensjaar door zwelling van de gewrichts-einden der onderste ledematen en vervolgens allengs door zwelling van alle of althans van de meeste beenverbindingen. De beenderen zijn door gemis aan afzetting van de tot hunne zamenstelling vereischte zelfstandigheden week en buigzaam, zoodat zij door de werking der spieren krom trekken.
Zelfs worden de ribben zamengedrukt, zoodat het vooruitgeschoven borstbeen de bekende kippenborst vormt, en ook de wervelkolom blijft niet altijd ongedeerd.
Intusschen zijn de kinderen, die hieraan lijden, levendig en goed ontwikkeld van geest en hebben, schoon voor ’t overige mager, toch soms eene frissche gelaatskleur.
De oorzaak wordt veelal gezocht in het gebrek aan passende voedingsmiddelen; dit is echter geenszins de eenige oorzaak, daar deze ongesteldheid ook voorkomt bij kinderen van die standen, waar de voedingsmiddelen niets te wenschen overlaten. Met meer regt kan men ze zoeken in eene onvoldoende voeding der beenderen, — als gevolg van erfelijken aanleg of van klierachtigheid van het gestel. De ziekte is slepend, en de krommingen, welke ontstaan zijn, verdwijnen niet ligt weder.
Men vindt haar het meest in laaggelegene, vochtige streken, zooals in Nederland, Engeland en het noorden van Frankrijk. Daarom is voor zulke kleine lijders het verhuizen naar eene meer drooge, frissche lucht zeer aan te raden, — voorts het gebruik van magnésia- en kalk-praeparaten, van staalmiddelen, en van levertraan. Tevens moet het diëet door een ervaren geneesheer worden voorgeschreven. Ook het gebruik van baden heeft daarbij veelal een zegenrijken invloed.