Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Elzevier

betekenis & definitie

Elzevier of Elsevier is de naam van een Nederlandsch geslacht, dat zich vooral jegens de boekdrukkunst zeer verdienstelijk heeft gemaakt. Van de leden noemen wij:

Lodewijk Elzevier of Louys d’Elsevier. Deze werd geboren in 1540, was achtereenvolgens boekverkooper en boekbinder te Antwerpen, Wesel, Doornik en Leuven, en vestigde zich in 1580 in die betrekking te Leiden, waar hij door curatoren der hoogeschool tevens tot pedèl werd benoemd. Een der eerste werken, die bij hem in het licht verschenen, was „J. Drusii, Ebraicarum questionum libri duo etc. (1584)”. Men verhaalt, dat hij ook boekwinkels (welligt commissionairs) had te Delft, Yperen, Dordrecht, Frankfort, Franeker en Parijs. Hij overleed den 4den Februarij 1617.

Matthys of Matthias Elzevier, geboren te Antwerpen in 1564. Hij was de oudste zoon van den voorgaande, werd in 1607 pedèl te Leiden, doch ontving in 1616 zijn ontslag, omdat door zijne zorgeloosheid brand was ontstaan in het académie-gebouw. Na den dood zijns vaders werd hij echter in zijn ambt hersteld en ontving zelfs in 1636 verlof, om het door zijn schoonzoon Caron te doen waarnemen. Hij overleed den 6<i™ December 1640, en er zijn slechts 2 werken bekend, die bij hem werden uitgegeven. — Zijn broeder Lodewijk, geboren in 1566 of 1567, was boekhandelaar te ’s Hage, — zijn broeder Gilles desgelijks en gaf er in 1599 de „Voyagiën van Jan Huygen van Linschoten” in het licht, waarna hij in 1621 overleed, — zijn broeder Joost was boekverkooper in de „Roije gans” te Utrecht, — zijn broeder Arnout, geboren in 1575, wijdde zich aan de schilderkunst en overleed te Rotterdam in 1648.

Bonaventura Elzevier, den jongsten broeder der voorgaanden. Hij werd geboren te Leiden in 1783 en had den hoogleeraar Bonaventuraa Vulcanius tot peet. Reeds in 1601 was hij boekverkooper, deed in 1606 eene reis door Italië, bezocht in 1608 Parijs, was vervolgens ouderling der Waalsche gemeente te Leiden, en overleed aldaar den 17den September 1652. Aanvankelijk had hij een compagnieschap met zijn broeder Matthys, doch later (1626) met diens zoon Abraham en werd met dezen door curatoren der Leidsche hoogeschool tot académie-drukker aangesteld. Gedurende 28 jaren hebben zij een aantal werken gedrukt, die den grondslag legden tot den roem van hun geslacht. Al dadelijk ontvingen zij van de Staten van Holland privilégie tot het drukken der „Respublicae variae”, en deze waren de voorloopers van een groot aantal kostbare en keurig uitgevoerde uitgaven van classieke schrijvers, wier lijst te lang is, om hier eene plaats te vinden. — Genoemde Abraham was geboren te Leiden den 4den April 1592, en overleed den 4den Augustus 1652.

Isaäk Elzevier, tweeden zoon van Matthys en geboren te Leiden den 11den Maart 1596. Hij bezat reeds in 1616 eene eigene drukkerij en zag zich in 1626 benoemd tot académiedrukker, nadat hij de Oostersche drukkerij van Erpenius had overgenomen. Hij verkocht echter in laatstgemeld jaar zijne zaak aan zijn broeder Abraham en zijn oom Bonaventura, trad in zeedienst, was reeds in 1632 kapitein, komt in 1644 voor als kapitein-geweldiger van de admiraliteit op de Maas, en overleed te Keulen den 8sten October 1651. Het eerste voortbrengsel van zijne drukkerij was „Opera Constantini Porphyrogenetae (1617)”.

Jacob Elzevier, een broeder van den voorgaande. Hij was geboren in 1597 en werd in 1621 boekverkooper te ’s Hage. Later was hij rentmeester van Floris II, graaf van Pallandt, en nog later komt hij voor als kapitein in militaire dienst.

Lodewijk Elzevier, een zoon van Joost (bovenvermeld). Hij werd geboren te Utrecht in 1604. studeerde te Leiden in de wijsbegeerte en vestigde zich als drukker en uitgever te Amsterdam, waar de „Amores” van Baudius bij hem in het licht verschenen. Hij bezat voorts eene buitenplaats te ’s Graveland, waar hij vermoedelijk in 1670 overleed. Hij associeerde zich in 1654 met Daniël Elzevier, een zoon van Bonaventura, en reisde veel voor de compagnieschap, — vooral in Italië. — Deze Daniël werd geboren in 1626, studeerde te Leiden en te Parijs, en werd na den dood zijns vaders met Johan Elzevier (zie onder) académie-drukker, doch vestigde zich in 1654 te Amsterdam en overleed aldaar den 13den October 1680.

Johan Elzevier, een zoon van Abraham (bovenvermeld). Hij werd geboren te Leiden den 22sten Februarij 1622, zocht zich te Parijs in den boekhandel te bekwamen en werd in 1652 met zijn neef Daniël tot académie-drukker te Leiden aangesteld. Zijne drukkerij onderging in 1658 eene aanmerkelijke uitbreiding en werd voor eene der beste van zijn tijd gehouden. Hij overleed den 8den Junij 1661.

Pieter Elzevier Pieterszoon, geboren te Rotterdam in 1643. Hij vertrok met zijne ouders naar Amsterdam, studeerde te Utrecht in de regten, werd aldaar boekverkooper en zag er zich achtervolgens benoemd tot raad, schepen en thesaurier. Hij overleed in 1696 na het schrijven van onderscheidene kluchtspelen in den trant van Bredero, zooals: „Scheele Griet of de gestrafte wellust (1662)”, — „De gestoorde vreught (1664)”, — „De springende doctor (1666)”, — en „De broekdragende vrouw (1666)”, — alsmede van „Apolloos snaren enz. (1664)”.

Daniël Elzevier, een zoon van Johan (bovengenoemd). Hij werd geboren te Leiden den 14den April 1648, nam als luitenant ter zee deel aan den Driedaagschen Zeeslag, begeleidde op last van de Ruyter den krijgsgevangen admiraal George Askue naar ’s Hage, voerde later als kapitein het bevel op de „Staveren”, die in handen der Engelschen viel, — later op de „Zeelandia”, werd toen vice-admiraal, en overleed te Leiden den 5den April 1653.

Abraham Elzevier, een broeder van den voorgaande. Hij was geboren te Leiden den 5den April 1653, studeerde er in de regten, werd in 1679 bevorderd tot advocaat, in 1681 in het drukkers-gildeboek ingeschreven en zette na den dood zijns vaders de beroemde drukkerij voort. Hij was schepen van Leiden, doch de laatste van zijn geslacht, die zich aan de drukkunst wijdde, en overleed den 30sten Julij 1712.

Cornelis Elzevier, een Nederlandsch dichter en letterkundige. Hij werd geboren omstreeks het jaar 1700 en overleed te Amsterdam, waar hij vermoedelijk apotheker was, in de tweede helft der 18de eeuw. Van hem hebben wij: „Lier- en toezangen (1737)”. — „Arkadia of vermakelijke uitspanning (1739)”, — „De betrapte herder of de Roos verheerlijkt, veldzang (1744)”, — „Proeve van den mensch, uit het Engelsch van Pope (1744)”,'—„Lexicon Galeno-, Chemico-Pharmaceuticum of Apothekers woordenboek enz. (1765)” — „Lofdicht op de verheffing van Prins Willem IV (1747)”, — „Drie dichtproeven, benevens een proef van een Nederduitsche spraekkunst (1761)”, — „Amadis en Oriane enz., treurspel”, — en „Stervende Zwaen”.

Izaäk Johannes Rammelman Elzevier, geboren te Amsterdam den 14den December 1770. Hij studeerde in de regten te Harderwijk en werd na zijne promotie secretaris aldaar. Later was hij schout van het dorp Barneveld en vervolgens zag hij zich benoemd tot directeur van Curaçao, Bonaire en Aruba. Hij overleed te Ede in Gelderland den 6den Mei 1841. — Zijn zoon Isaäk Johan bekleedde later de betrekking van gouverneur van Curaçao en onderhoorige eilanden, — en zijn zoon Willem Iman Cornelis, archivaris der stad Leiden, heeft een merkwaardig geschrift over het geslacht Elzevier in het licht gegeven.

De Elzeviersche uitgaven onderscheiden zich in den regel door eene keurige letter, door een gelijkmatigen druk en door fraai papier, en sommige, zooals die van Virgilius, Terentius, de Boeken des Ouden Verbonds enz., zijn meesterstukken van fraaiheid en naauwkeurigheid. Andere uitgaven, zooals de „Pâtissier français (1655)”, alsmede die van eenige Fransche dichters (Molière, Corneille enz.) worden door boekenliefhebbers duur betaald.

< >