Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Duker

betekenis & definitie

Duker (Carolus Andréas), een verdienstelijk geleerde, werd geboren in 1670 te Unna in het graafschap Mark, studeerde te Harderwijk en te Franeker in de regten en letteren, zag zich in 1700 benoemd tot leeraar in de geschiedenis en welsprekendheid te Herborn in Nassau, in 1704 tot conrector te ’s Hage en in 1716 tot hoogleeraar in de geschiedenis en welsprekendheid te Utrecht. Nadat hij na het nederleggen van zijne betrekking geruimen tijd te IJsseistein en te Vianen gewoond had, overleed hij te Mijdrecht in 1752. Hij heeft voortreffelijke uitgaven van „Florus (1722)” en van „Thucydides (1731)” geleverd, — voorts schroef hij „Opuscula varia de latinitate jurisconsultorum veteram (1711 en 1761)” en „Oratio de difficultatibus quibusdam interprétations grammaticae veteram scriptorum Graecorum en Latinorum (1716)”.

< >