Duivenkervel (Fumaria L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Fumariaceën; het onderscheidt zich door een 2bladigen, afvallenden kelk, en door eene aan den voet gespoorde bloemkroon met 2 helmdraden, welke ieder 3 helmknoppen bezitten. De vrucht is eene eenhokkige zaaddoos, zonder kleppen, met één zaadje, dat aan den wand der zaaddoos is vastgehecht. Eene inlandsche soort is de geneeskrachtige duivenkervel (F. officinalis L.) met een vertakten stengel, bolrondingedrukte vruchten, dubbelgevinde, zeegroene, onbehaarde bladeren, wier blaadjes 3-deelig zjjn niet 2- of 3-spletige slippen, en met donkerroode, door schutblaadjes ondersteunde bloemtrossen. Zij bloeit den geheelen zomer door en groeit liefst in moeshoven en op bebouwden grond .
Duivenpost Duivenpost. Reeds in ouden tijd heeft men in het Oosten gebruik gemaakt van duiven tot het overbrengen van geschrevene berigten, en ook in Europa hield men daartoe eene bepaalde soort van duiven, welke men „briefdragers” noemde. In tijd van vrede is de dienst van zulke duiven door de telegraphie overtollig geworden, doch toen in 1870 en 1871 Parijs door de Duitschers was ingesloten, kwamen ook daar zoodanige duiven zeer te pas.
Een zekere Dragron nam op zich, een groot vel gedrukte depêches verkleind op een zeer dun en ligt vlies over te brengen. Hij vertrok den 12den November 1871 met eene luchtballon uit Parijs, van waar tevens postduiven werden medegenomen en begaf zich naar Tours, waar hij zijne taak naar eisch volbragt. Elk vliesje bestond uit 16 vakken en elk vak uit 3 verticale kolommen, elk van 105 regels, en ieder van deze telde gemiddeld 35 letters, zoodat een geheel vliesje ongeveer 147 gewone bladzijden druks vertegenwoordigde. Zoo werden door photographische verkleining ongeveer 3000 korte berigten op één vliesje overgebragt en na overkomst bij electrisch licht door middel eener sterke vergrooting gelezen. Met 18 dergelijke in eene penneschacht geborgen vliesjes werd eene postduif belast, die daarmede 20 geogr. mijl in een uur kan afleggen.