Duguesclin, graaf van Longueville, connetable van Frankrijk, een uitstekend veldheer, werd geboren bij Rennes in 1314 uit een adellijk geslacht. Strijdzuchtig van aard, ontving hij geen ander onderwijs dan in den wapenhandel en verwierf' als 17jarig jongeling den prijs op een tournooi te Rennes, waaraan hij buiten weten van zijn vader deel nam.
Hij streed vervolgens tegen de Engelschen, bewees den dauphijn — later Karel V van Frankrijk — gewigtige diensten, veroverde Melun, bevrijdde de Seine, en werd in 1364 door koning Karel tot gouverneur van Pontorson benoemd. In dat jaar behaalde hij de overwinning in den slag bij Cocherel, waarna hem de waardigheid werd toegekend van graaf van Longueville en maarschalk van Normandië. Den 29sten September werd hij in den slag bij Auray gevangen genomen, doch tegen een losgeld van 100000 livres weder in vrijheid gesteld. Daarna ondersteunde hij Hendrik, graaf de Trastamara, tegen den Koning van Castilië, Peter de Vreede, doch werd door den Zwarten Prins geslagen en weder gevangen genomen. Nadat hij tegen een aanzienlijk losgeld zijne vrijheid herkregen had, zette hij den strijd voort en bezorgde aan den graaf de Trastemare in 1369 de zegepraal bij Montiel, zoodat deze de kroon van Castilië bekwam.
Karel V, door de Engelschen in het naauw gebragt, riep hem weldra tot zich en benoemde hem tot connetable van Frankrijk. In 1370 opende hij den veldtogt tegen de Engelschen en ontrukte hun in den loop van 10 jaar alle veroveringen in Frankrijk met uitzondering van eenige vestingen. Toen hij in 1380 Châteauneuf de Randon belegerde, werd hij ziek en overleed den 3den Julij van dat jaar, waarna zijn stoffelijk overschot, op last van Karel V, in het Koninklijk grafgewelf te St. Denis werd bijgezet.