Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Duguay-Trouin (Bené)

betekenis & definitie

Duguay-Trouin, een der grootste zeehelden van Frankrijk, geboren te St. Malo den 10den Junij 1673, werd in 1689 weggejaagd van de school te Caen, waar hij zich zou voorbereiden voor den geestelijken stand, en volbragt daarna eene zeereis opeen fregat, door zijne familie uitgerust.

In het volgende jaar diende hij als cadet op een schip van 28 stukken. Hij wist den kapitein over te halen, om eene Engelsche handelsvloot van 16 schepen aan te tasten, en by die gelegenheid werden 3 vaartuigen veroverd. Daarna ontving hij het bevel over een fregat van 14 stukken en vernielde daarmede in 1691 aan de Iersche kust 2 vaartuigen. Nu werd hij door de regéring geplaatst op een schip van 18 vuurmonden; hiermede veroverde hij gedurende den slag bij kaap La Hogue 2 fregatten en 6 koopvaardijschepen, en in 1693 in het kanaal 2 linieschepen. In 1694 kruiste hij met een linieschip van 40 stukken, doch in een gevecht met een Engelsch eskader werd hij gewond en gevangen genomen. De toegenegenheid eener jonge Engelsche dame opende de deuren van zijn kerker; hij keerde naar Frankrijk terug, ontving aanstonds het bevel over een oorlogschip, en maakte zich meester van 6 Engelsche koopvaardijschepen en 2 fregatten.

In 1695 volbragt hij met Beaubriant een togt naar de Iersche kust, en zij veroverden er 3 rijkbeladene schepen der Oost-Indische Compagnie, welke te zamen 145 stukken aan boord hadden. Lodewijk ontving daarna den 21-jarigen held aan zijn Hof. Deze spoedde zich vervolgens naar de Spaansche zee, waar hij 2 Hollandsche schepen buit maakte. Hiermede zeilde hij, zonder herkend te worden, langs de Engelsche vloot, doch toen een fregat te digt in zijne nabijheid kwam, veroverde hij het en begaf zich daarmede naar de haven van St. Louis.

In 1696, nadat hij 7 maanden het overlijden van een zijner broeders diep betreurd had, overrompelde hij met 3 schepen de handelsvloot van Bilbao en verwierf een kostbaren buit, dien hij echter den volgenden nacht door storm verloor. Een jaar later werd hij fregat-kapitein op de Koninklijke vloot, en in 1703 geraakte hij bij mistig weer met 2 linieschepen en 3 fregatten midden in eene Nederlandsche oorlogsvloot van 15 groote schepen. Hij begon aanstonds het gevecht, om aan zijne overige vaartuigen gelegenheid te geven tot vlugten, en snelde daarna met volle zeilen buiten het bereik der vijanden, — een feit, dat hij steeds zijn meesterstuk noemde. Van dien tijd af was hij de schrik der Nederlanders en Engelschen in alle Europésche zeeën. Nu eens vernielde hij diep in het noorden de vloot der walvischvaarders, dan weder bedreigde hij de Engelsche kust, en dan ook belaagde hij de terugkeerende handelsvloten. In 1707 ontvingen hij en graaf Forbin het bevel, om met een klein eskader de Engelsche vloot aan te tasten, die wapens en levensmiddelen overbragt naar den aartshertog van Oostenrijk, — en het gelukte hem, de 60 transportschepen en het convooi van 4 groote oorlogschepen te veroveren of in den grond te boren. De vestingwerken van Rio-de-Janeiro hield men in die dagen voor onneembaar, en een aanval der Franschen onder Duclerc was in 1720 afgeslagen.

Nu maakte Duguay-Trouin het plan, om dien smaad uit te wisschen. Geholpen door eenige kooplieden, bragt hij eene kleine vloot bijeen, verscheen daarmede in September 1711 in de baai van Rio-de-Janeiro en volvoerde in 11 dagen zijn voornemen. Zestig koopvaardijschepen en 5 oorlogsbodems vielen in zijne handen en behalve den buit verkreeg hij eene oorlogsschatting van 610000 crusados. Toch duurde het lang voordat hij eenige belangrijke openbare betrekking verwierf. Wél nam Lodewijk XIV hem op in den adelstand, doch eerst de hertog van Orléans benoemde hem tot lid van den staatsraad, en Lodewijk XV zond hem met eene vloot naar de Levant. Hij overleed in het midden der zijnen op den 27sten September 1736, en zijne „Mémoires (1740, 4 dln)” werden uitgegeven door Beauchamps.

< >