Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Delos, thans Dili

betekenis & definitie

Delos, een klein, uit graniet bestaand eiland in de Aegaesche Zee met eene oppervlakte van 1½ □ geogr. mijl, was, hoewel thans onbewoond, in de dagen der oudheid beroemd als het toevlugtsoord van Leto (Latona) en de geboorteplaats van hare kinderen Apollo en Artemis (Diana), waar de dienst van dien god ongemeen in eere gehouden werd.

Men beschouwde het om die reden als het middelpunt der Cycladen. Omstreeks in het midden van het eiland verheft zich de berg Cynthus, waarnaar Apollo wel eens Cynthius genoemd werd. Aan de westelijke helling van dien berg vindt men de overblijfselen van een schouwburg, en aldaar aan zijn voet die van den grooten tempel van Apollo, die er weleer, in Dorischen stijl opgetrokken en van marmer van Paros gebouwd, talrijke feestvierders in zijne zuilengangen vereenigde. Ten noordoosten van dien tempel lag de stad Delos, en ook hiervan ontwaart de bezoeker nu nog de fundamenten. Het eiland was tevens geruimen tijd het vereenigingspunt van een bond der Ionische Staten, zoodat er jaarlijks feestelijke vergaderingen werden gehouden, en er ontstond allengs een bloeijende handel. Toen Athene groot en magtig was, bevond zich het bestuur over den tempel in de handen van zijne ingezetenen, en Péricles verordende zelfs, dat op Delos niemand mogt geboren worden of sterven. Het eiland werd verwoest door Menóphanes, den veldheer van Mithrídates, die de mannen doodde en de vrouwen en kinderen als slaven verkocht. Thans wordt het slechts tijdelijk bezocht door visschers en zwervende herders.

Dit eiland is voorts beroemd gebleven door het Vraagstuk van Delos. Gedurende eene pest werd het orakel van Apollo aldaar geraadpleegd. Het antwoord was, dat men het altaar in den tempel verdubbelen moest. Dit geschiedde, maar er kwam geen baat, en bij eene gevraagde verklaring vernam men, dat de bloote verdubbeling niet voldoende werd geacht, maar dat de teerling of kubus, die het altaar vormde, door een kubus van dubbelen inhoud moest worden vervangen. Zoo ontstond het vraagstuk, hetwelk aldus luidt: „Een kubus te vervaardigen, wiens inhoud dubbel zoo groot is als die van een gegeven kubus”. Onderscheidene wiskundigen der Oudheid hebben getracht, dit vraagstuk op te lossen, hetwelk bij de tegenwoordige ontwikkeling der algebra geenerlei moeijelijkheid heeft. Is a de zijde van den gegeven en x die van den gezochten kubus, en is de verhouding van beide kubussen als 1 : m, dan heeft men, daar dergelijke ligchamen tot elkander staan als de 3de magten der overeenkomstige zijden:

1 : m = a3 : x3, of x = ߇ ma3 Intusschen kan men het vraagstuk, als van den derden graad, niet met de regte lijn en den cirkel oplossen. Dat zulks door middel der kegelsneden geschieden moest, verklaarde reeds Menechmus, een leerling van Plato. De geleerde Descartes gebruikte daartoe de parabèl met den cirkel; men kan zich ook van de parabool en den cirkel, van de hyperbool en den cirkel, of van 2 parabolen bedienen. Is de zijde van de gegeven kubus = a, dan is die van den dubbelen kubus = 1,259921a.

< >