Een Fransch caricatuur-teekenaar, werd geboren te Marseille in 1810, en zag zich in 1832 geplaatst als medewerker van het satyrieke weekblad „La Caricature”, waarin bij een aantal geestige portretten leverde.
De wet van September 1835 stuwde hem van het gebied der staatkundige satyre op dat der maatschappelijke, en ook hier schitterde hij door zijne humoristische schetsen, bijvoorbeeld in den „Robert Macaire”, in de „Types parisiens”, in „Les papas”, in „Les gens de justice”, in „Les philantropes du jour”, in „Actualités”, in „Idylles parlementaires”, en in „Les représentants représentés.” Daumier kent Parijs en de bevolking dezer stad in al hun eigenaardigheden, bespottelijkheden en ellenden, en de juistheid, waarmede hij die weet voor te stellen, geeft aan de tafereelen van dezen uitstekenden kunstenaar eene blijvende waarde.