Danz (Johann Traugott Lebrecht), een verdienstelijk Duitsch godgeleerde, werd geboren te Weimar den 31sten Mei 1769, studeerde te Jena en te Göttingen, werd leeraar aan het gymnasium in zijne geboortestad, in 1798 rector der stadsschool te Jena, vestigde er zich tevens als privaatdocent, en werd er in 1807 buitengewoon en in 1809 gewoon hoogleeraar in de theologie.
In 1837 ontving hij pensioen, en hij overleed den 15den Mei 1851. Zijne rigting was die der Rationalisten. Tot zijne voornaamste geschriften behooren: „Lehrbuch der Kirchengeschichte (1818-1822, 2 dln)”, — „Theologische Encyklopädie (1832)”, — „Universalwörterbuch der theologischen, kirchenund religionsgeschichtlichen Literatur (1837-1843)”, — en „Geschichte des Tridentinischen Concils (1846)”. — Zijn zoon Heinricus Aemilius August, geboren den 11den December 1806, werd in 1831 hoogleeraar in de faculteit der regtsgeleerdheid te Jena en schreef onder anderen „Lehrbuch der Geschichte des römischen Rechts (1840, 2de uitgave 1846)”, — „Der sacrale Schutz im römischen Rechtsverkehr (1857)”, —en „Die Wirkung der Codificationsformen auf das materielle Recht (1861)”.
