Onder dezen naam vermelden wij:
Abraham Cowley, een Engelsch dichter. Hij werd geboren te Londen in 1618, en bezocht de Westminsterschool, alwaar hij op 13-jarigen leeftijd een dichtbundel „Poetical blossoms” uitgaf. Ook te Cambridge, waar hij aan het Trinity college was ingeschreven, gaf hij onderscheidene gedichten uit, maar werd er door de Puriteinen verbannen, weshalve hij zich naar Oxford begaf, alwaar hij het hekeldicht „The puritan and the papist” in het licht deed verschijnen. Gedurende den Engelsche burgeroorlog was hij een aanhanger van de partij des Konings en vergezelde de Koningin naar Frankrijk, waar hij tot de leden van hare geheime Kanselarij behoorde. Zij zond hem naar Engeland, om er de stemming van het volk gade te slaan, doch hij geraakte er in hechtenis en werd eerst na den dood van Cromwell op vrije voeten gesteld.
Nu begaf hij zich nogmaals naar Frankrijk en kwam later met den Koning weder in Engeland, waar hij zich wijdde aan de beoefening der natuurlijke historie en den 28sten Julij 1667 overleed. De hertog van Buckingham deed ter zijner eer een gedenkteeken in de Westminster-abdij verrijzen met een opschrift, hetwelk hem „Anglorum Pindarus, Flaccus et Maro”noemt. Het ontbrak hem niet aan stoutheid van denkbeelden en aan kracht van taal, doch zijn kunstmaak was weinig ontwikkeld. Hij schreef een bundel erotische gedichten, „The mistress” getiteld (1647), alsmede een verdienstelijk „Liber plantarum (1662—1678)”. Zijne verzamelde werken, waaronder zich „Essays” en het onvoltooide heldendicht „Davideis” bevinden, zijn meermalen uitgegeven.
Henry Wellesley, lord Cowley, een Engelsch staatsman. Hij was een broeder van den hertog van Wellington en werd geboren den 20sten Januarij 1773. In 1795 werd hij ambtenaar (precis-writer) bij het departement van Buitenlandsche Zaken, vergezelde lord Malmesbury naar het Congrès te Rijssel, en begaf zich in 1797 met zijn oudsten broeder, den gouverneur-generaal, naar Oost-Indië. Hij bragt er in 1801 Audh onder het Britsch gezag en bestuurde voorts als vice-gouverneur deze provincie. Reeds in 1803 keerde hij naar Engeland terug, huwde er met eene gravendochter, die met een ander doorging, zoodat hij in 1809 van haar scheidde, werd in 1807 lid van het Lagerhuis en bij het Ministérie Portland secretaris van de schatkist, en zag zich, toen zijn broeder in 1809 uit Spanje terugkeerde, in diens plaats als ambassadeur derwaarts gezonden.
Geruimen tijd nam hij die betrekking waar, doch in 1823 ging hij als gevolmagtigde naar Weenen, alwaar hij tot in 1831 vertoefde. Inmiddels was hij in 1828 met den titel van lord Cowley tot pair verheven. In 1841 werd hij door Peel als gezant naar Parijs gezonden, waar hij de „entente cordiale” tusschen Engeland en Frankrijk ongemeen bevorderde. In 1846 moest hij onder lord Palmerston zijne betrekking afstaan aan den markies van Normanby, waarna hij voor korten tijd Engeland bezocht en zich toen te Parijs vestigde, waar hij den 27sten April 1837 overleed.
Henry Richard Charles Wellesley, graaf Cowley, een Engelsch staatsman en den oudsten zoon van den voorgaande. Hij werd geboren den 17den Julij 1804, bekleedde eerst de betrekking van attaché bij het gezantschap te Weenen, in 1832 die van secretaris van legatie te Stuttgart, in 1844 die van gezantschapssecretaris te Constantinopel, en keerde vervolgens naar Engeland terug, om er zitting te nemen in het Hoogerhuis. In het begin van 1848 werd hij gezant bij het Zwitsersch Eedgenootschap, vervolgens bij het Parlement te Frankfort, daarna bij den Bond, en in 1852 te Parijs. Hij was er in 1856 werkzaam als tweede afgevaardigde van Engeland naar het Vredescongrès, en sloot er in 1857 den vrede met Perzië. waarna hij tot viscount Dangan en graaf Cowley verheven werd. Nog vóór het uitbarsten van den Italiaansche oorlog, in 1859, werd hij naar Weenen gezonden, om eene overeenkomst tusschen Oostenrijk en Frankrijk tot stand te brengen, en na het mislukken zijner pogingen keerde hij naar zijn gezantschapspost te Parijs terug, alwaar hij in 1867 zijn ontslag nam uit de staatsdienst en door lord Lyons vervangen werd. Hij is ridder van de orde van den Kouseband.
