Communéros of Zonen van Padilla (één van de opperhoofden der Castiliaansche ligue tegen Karel V) is de naam van een geheim genootschap, hetwelk tegen het einde van 1521 in Spanje uit dat der Vrijmetselaars ontstond. Een gedeelte der leden had reeds te voren tot de Carbonari (zie onder dezen naam) behoord. Daar de Vrijmetselaars meer doordrongen waren van een constitutionélen geest, werden zij weldra overvleugeld door de Communéros, die als voorstanders der volksheerschappij optraden. Ballesteros en Romero Alpuénte waren hunne eerste opperhoofden.
Reeds in 1821 hadden zij te Madrid eene Junta en in iedere provincie een provinciaal bestuur. In het volgende jaar telden zij 40000 ridders, en men verzekert, dat hun aantal tot 70000 geklommen is. Er kwam eenige toenadering tusschen hen en de Vrijmetselaars, die echter door eene nieuwe verwijdering achtervolgd werd, toen door den invloed van laatstgenoemden in 1822 het ministérie San-Miguël ontstond, hetwelk echter het volgende jaar vervangen werd door een ander, aan welks hoofd zich de communéro Florez d'Estrada bevond. Met dezen deed de Koning zijn intogt in Cadix en Sevilla. Na de tweede Restauratie werd dit genootschap opgeheven, doch het heeft waarschijnlijk nog geruimen tijd bestaan.
