Chicago, eene hoogst belangrijke koopstad aan het meer Michigan in den Noord-Amerikaanschen Staat Illinois en aan de rivier, die haren naam draagt, is eerst in 1830 gesticht en telde in 1870 reeds bijna 300000 inwoners.
Hare ligging aan het meer, de rivier en het Illinois-kanaal en aan 13 onderscheidene spoorweglijnen, die haar met de belangrijkste steden der Unie verbinden, is ongemeen gunstig. In 1868 kwamen ruim 13000 schepen in hare haven, en even zoovele vertrokken vandaar.
De handel werkt er met een jaarlijkschen omzet van 300 millioen dollars. Vooral komen er graan, rundvee en zwijnen ter markt, onaanzienlijk is er voorts de houthandel. De nijverheid heeft er een groot aantal fabrieken doen verrijzen, en men vindt er langs de Wabash- en Michigan-avenues niet minder prachtige huizen dan te Philadelphia, New-York en Washington.
Onder de Chicago-rivier heeft men er den Washington-tunnel gebouwd, voor een groot aantal kerken zijn verbazende sommen besteed, en de académie van Chicago bekleedt eene eervolle plaats onder de hoogescholen der Vereenigde Staten.
Meer dan ¼de der bewoners is van Duitschen oorsprong. Dagbladen en tijdschriften zijn er in menigte. In 1871 is op den 7den en 8sten October door onvoorzigtigheid met eene petroleumlantaren de stad in vlammen gezet en grootendeels vernield, doch na dien tijd ook weder met kracht opgebouwd.