Chiastoliet is eene delfstof, die in rhombische zuilen kristalliseert. De kristallen zijn langwerpig, meestal dun en hol in de rigting der as, terwijl deze holte met de leisteenmassa, waarin zij gevonden worden, gevuld is.
Van die massa loopen dikwijls 4 dunne blaadjes naar de hoeken van het prisma, zoodat zij zich op de doorsnede van dit laatste in de gedaante van een Grieksch kruis vertoonen. Dat gesteente is splinterig en oneffen op de breuk, minder hard dan veldspaat, grijs, geel of geelachtig-rood van kleur, aan de kanten doorschijnend tot ondoorzigtig, heeft een soortelijk gewigt van 2,9 tot 3,0 en bestaat volgens Bunsen uit 39,09% kiezelaarde, 58,56% leem, 0,53% mangaan-oxyde, 0,21% kalkaarde en 0,99% water, zoodat het in zamenstelling overeenkomt met andalusiet. Voor de blaasbuis wordt het wit zonder te smelten. Men vindt het vooral in leisteen in de gebergten van Frankrijk.