Chiari (Piétro), een Italiaansch romanschrijver en comisch dichter, werd geboren te Brescia in 1700, voegde zich bij de orde der Jezuïeten en wijdde zich aan de wetenschap.
Weldra verkreeg hij den titel van Hofdichter van den hertog van Modena en vestigde zich te Venetië, waar hij in 12 jaar meer dan 60 blijspelen ten tooneele bragt. Hij en Goldoni waren mededingers, maar het publiek kende den prijs toe aan laatstgenoemde. Voorts vond hij een gevaarlijken mededinger in graaf Carlo Gozzi, die hem en Goldoni in de „Tre melarance” bespottelijk maakte. Ook schreef hij 4 treurspelen, die echter weinig bijval vonden. Op gevorderden leeftijd begaf hij zich weder naar Brescia, waar hij in 1788 overleed.
Zijne dramatische geschriften zijn verschenen onder de titels „Commedie (1756,10 dln)”, — „Nuova raccolta di commedie (1762)”, —en ,, Tragedie (1792)”. Voorts heeft hij eenige romans en wijsgeerige geschriften in het licht gegeven.