Charondas, de wetgever van zijne geboorteplaats Catana en van andere koloniën op Sicilië en in Italië, leefde omstreeks het midden der 7de eeuw vóór Chr. Van zijne wetten, in verzen vervat, is een en ander medegedeeld door Aristóteles en Diodórus Sículus; zij waren in vele steden van Groot-Griekenland zeer in aanzien. Daarbij bevond zich ook de bepaling, dat niemand gewapend eene volksvergadering mogt bezoeken.
Toen hij op zekeren tijd, pas van eene reis teruggekeerd, zich derwaarts begaf zonder zijn zwaard af te leggen, en men er hem opmerkzaam op maakte, dat hij zijne eigene wetten schond, riep hij uit „Neen, bij Zeus! ik bekrachtig ze!” — en stiet zich het staal in de borst.
