Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Cervantes Saavedra (Miguél de)

betekenis & definitie

een beroemd Spaansch dichter, werd geboren den 9den October 1547 te Alcala de Henares, studeerde 2 jaar te Salamanca en in 1568 te Madrid, eerst in de godgeleerdheid en vervolgens in de fraaije letteren. Uit ergernis over den geringen bijval, dien zijne eerste gedichten vonden, begaf hij zich in 1569 naar Italië, werd uit nood kamerdienaar van den cardinaal Giulio Aquaviva te Rome, nam echter in 1570 dienst bij de Spaansch-Napolitaansche troepen, en onderscheidde zich in den slag van Lepanto (1571), waar zijn linkerarm door een schot verlamd werd.

Na zijne herstelling nam hij deel aan den togt naar Navarino en Tunis en vroeg daarna verlof om naar Spanje te gaan, maar werd onderweegs (26 September 1575) door zeeroovers overvallen en in de gevangenis geworpen. Hij werd de slaaf van een hardvochtigen meester en maakte met 14 slaven afspraak, om te vlugten. Eén van hen werd vrijgekocht en moest zich op een bepaalden dag met een vaartuig aan de kust gereed houden. Juist echter toen de ongelukkigen zich aan boord wilden begeven, werd hun toeleg door de komst van eenige Mooren verijdeld. Nieuwe pogingen om te ontsnappen hadden geen gunstiger gevolg, en Cervantes kwam eindelijk op het stoute denkbeeld, om door middel eener zamenzwering van slaven Algiers te overweldigen.

Dit voornemen werd verraden en hij-zelf in boeijen gesloten, hoewel hij door zijne vermetelheid de achting der Mooren verwierf. Na eene slavernij van 5 jaar werd hij losgekocht, ging naar Spanje, voegde zich bij zijn regiment, nam deel aan eene togt naar de Azorische eilanden en vestigde zich in 1583 voor goed in zijn vaderland. Weldra trad hij er in het huwelijk met Catalina Palacios de Salazar, uit een aanzienlijk maar onbemiddeld geslacht gesproten. Bedacht op middelen van bestaan, schreef hij een 30-tal tooneelspelen, die te Madrid gunstig werden ontvangen en waarvan „Numancia” het beste is. Daarna aanvaardde hij eene geringe betrekking in Sevilla en schreef er eenige kleine novellen, waarin hij de gebreken der inwoners dier stad op eene geestige wijze schilderde.

Op eene reis door de provincie La Mancha kwam hij in botsing met de ingezetenen van een der dorpen en moest daarvoor boeten in de gevangenis. Hier maakte hij een aanvang met het schrijven van zijn onsterfelijk werk, den „Don Quixote”.

Daar het eerste deel geen bijval vond, gaf hij een klein vlugschrift „El buscapié (de vuurpijl)”, in het licht, waarin hij schijnbaar eene beoordeeling leverde van zijn werk maar tevens te kennen gaf, dat het eene verborgene satyre bevatte op onderscheidene hooggeplaatste personen.

Nu maakte de nieuwsgierigheid zich van het boek meester, maar het regende smaad en verguizing op den vervaardiger. Cervantes was hierdoor zóó ontzet, dat hij vooreerst niets meer uitgaf, maar eerst 8 jaar later aan den graaf van Lemos een 12-tal novellen opdroeg. Een paar jaar later verscheen zijn „Viage del Parnaso (Reis naar den Parnassus)”, en toen in dien tijd iemand uit Aragon een smakeloos vervolg op den „Don Quixote” uitgaf, zond hij het 2de deel in het licht, hetwelk nog voortreffelijker is dan het eerste.

Daarna schreef hij den roman „Trabajos de Persiles y Sigismonda (Het lijden van Persiles en Sigismonda)”, dien hij in April 1616 voltooide. Van zijne eerste dichterlijke voortbrengselen, het herdersdicht „Galatea (1584)”, zijn slechts de zes eerste boeken in het licht verschenen. Hij overleed te Madrid den 23sten April 1616, tegelijk met Shakspere. Zijn borstbeeld, door don Antonio Sola vervaardigd, is in 1835 geplaatst voor het huis, hetwelk hij te Madrid bewoonde.

Van de novellen van Cervantes zijn slechts 4 dien geestigen schrijver waardig. Ook op zijne tooneelstukken valt niet veel te roemen. Zijne 8 „Intremeses (Tusschenspelen)” zijn grappig en natuurlijk, maar niet zeer kiesch. Zijn laatste werk „Het lijden enz.” is eene aaneenschakeling van allerlei ongeloofelijke rampen, welke zich hier en daar onderscheidt door een keurigen stijl.

Zijn hoofdwerk echter „De vernuftige hidalgo don Quixote de la Mancha” is een Europeesch boek geworden en zal het blijven zoolang men behagen schept in levendige en dichterlijke tafereelen, in eene consequente karakterteekening, in eene aantrekkelijke oorspronkelijkheid, in eene humoristische opvatting van dagelijksche gebeurtenissen, vermengd met een diep gevoel van liefde en mededoogen, en dat alles geschetst met verwonderlijke naïeveteit in keurige taal.

„Don Quixote” is een echte roman en ongetwijfeld één der beste, die ooit werden geschreven. Hij is komisch en tragisch, humoristisch en sentimenteel, — een spiegel van het menschelijk leven. Na de eerste uitgave | is er een groot aantal andere in het licht verschenen, van welke wij noemen eene prachtuitgave (Madrid 1780 , 4 dln), — die van Pellicer (Madrid 1798, 9 dln), — die der Spaansche Académie (Madrid 1819, 5 dln) met 's dichters levensbeschrijving door Navarette, — en eene met noten van Diégo Clemenein (Madrid 1833—1839, 6 dln).

Voorts is de „don Quixote” in alle Europésche — en meer dan eenmaal in het Nederlandsch vertaald. Ook de gezamenlijke werken van Cervantes zijn in min of meer volledigen staat bij herhaling in het licht verschenen.

< >