een Italiaansch dichter, geboren te Modena in 1738, ontving zijne eerste opleiding van de Jezuïeten, werd op 25-jarigen leeftijd hoogleeraar in de geschiedenis en welsprekendheid en verwierf weldra door zijne werken een grooten roem. Als voorstander der Fransche Revolutie werd hij door het bestuur der Cis-Alpijnsche Republiek in de commissie tot regeling van het openbaar onderwijs en later tot gezant aan het Hof te Panna benoemd, vanwaar hij zich als rector magnificus naar Bologna begaf.
De komst der Oostenrijkers en Russen in Italië (1799)'noodzaakte hem om te vlugten, en hij keerde eerst terug, toen Napoleon de Fransche heerschappij in Italië bevestigd had. In 1804 werd hij hoogleeraar in de welsprekendheid te Pavia en overleed er als rector der Universiteit in 1808. Zijne gedichten, die in 1802 te Milaan in het licht verschenen, worden zeer geroemd.