Celosia L. of hanekam is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Amarantaceën. Het onderscheidt zich door een 3-bladigen, op de 5-bladige bloemkroon gelijkenden kelk, door meeldraden, die aan den voet met een geplooid nectarium vereenigd zijn, en door eene dwars openspringende zaaddoos. Het omvat hoofdzakelijk zomergewassen, doch ook heesters, die in de warme landen te huis behooren.
De soort, het meest als sierplant bekend en C. cristata L. genaamd, wordt ruim 1/2 Ned. el hoog en draagt aren, die op een hanekam gelijken, ten gevolge van eene monstrueuse afplatting en verbreeding der bloemstengels (fasciatie) en eene ongewone misvorming der bloemen. Hiervan heeft men vele verscheidenheden, in verschillende kleuren. Men zaait in Maart het zaad in potten in een lossen zandgrond, verzet de plantjes op een wèlgemest warm bed, begiet ze met gier en plaatst ze tegen den bloeitijd weder in potten met zeer vette aarde. In Junij kan men ze in de open lucht brengen.