Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Catarrhale aandoeningen

betekenis & definitie

Catarrhale aandoeningen zijn in het algemeen gelegen in eene ziekelijke gesteldheid der slijmvliezen. Deze openbaart zich in de roode kleur van het aangetaste slijmvlies, in losheid en uitzetting van het weefsel en in de afscheiding van eene slijmerig-weiachtige vloeistof, van een dik, wit of geel slijm of zelfs van etter. Men onderscheidt de catarrhale aandoeningen naar den zetel der slijmvliezen, derhalve van den neus (zie Verkoudheid), van de maag (zie onder dit woord), van het darmkanaal (zie Buikloop) enz.

Gewoonlijk echter gebruikt men den naam van catarrhale aandoening uitsluitend voor verkoudheid — namelijk voor een min of meer ontstoken toestand van het strottenhoofd , de luchtpijp en de longen. De eerste openbaart zich door heeschheid en hoest, de tweede door een hevigen hoest, wiens oorzaak lager gelegen is, en de derde door benaauwdheid op de borst ten gevolge eener belemmerde ademhaling, die piepend wordt, en door een pijnlijken hoest.

De catarrhale aandoeningen zijn zeer verschillend in graad; immers eene geringe verkoudheid kan men naauwelijks eene ongesteldheid noemen. Bij eene ernstige catarrhale aandoening vertoont zich koorts, en gebrek aan eetlust gaat gepaard met verstopping. De hoest is droog en pijnlijk, vooral des nachts, en door elken kouden luchtstroom ontstaan hoestbuijen. Het afgescheiden slijm is aanvankelijk dun, maar wordt weldra dikker en allengs etterachtig. Zulk eene catarrhale aandoening duurt 2 tot 4 weken, en kan ligt chronisch worden als men ze verwaarloost. Bejaarde lieden zijn er zeer vatbaar voor, en voor kleine kinderen is elke verkoudheid gevaarlijk, omdat er alligt long-ontsteking, croup enz. uit voortspruit.

De oorzaak van zulk eene ongesteldheid is gewoonlijk eene plaatselijke afkoeling der huid door togt en het inademen van een scherpe, koude lucht. Zij komt in het zachte klimaat van het zuiden zelden voor, maar in Midden-Europa, waar de temperatuur aan vele plotselijke afwisselingen is blootgesteld, des te meer. Ook is zij soms de voorbode van uitslagziekten, zooals mazelen en pokken, alsmede van typhus en long-ontsteking.

Om haar te verdrijven gebruikt men doorgaans slijmerige dranken van heemst- wortel, lijnzaad, Iersch mos enz.; ook kan men in het eerste begin den loop dier ongesteldheid veelal stuiten door een warm bad van 36° C., alsmede door het gebruiken van eene aanmerkelijke hoeveelheid vocht, om de uitwaseming te bevorderen. Er komt ook eene epidémische catarrhale aandoening voor,

die den naam draagt van influenza of griep (zie onder dit woord).

< >