Catamarca, een staat der Argentijnsche Republiek (zie onder deze woorden), grenst ten noorden aan Salta en Tucuman, ten oosten aan Santiago, ten zuiden aan Cordova en Rioja, ten westen aan Chili, en telt op 1683 geogr. mijlen ruim 50000 inwoners. Het land, met de oostelijke uitloopers der Andes-keten bedekt, bestaat uit een hoogland met uitgestrekte bosschen en prachtige dalen en levert bij een uitmuntend klimaat heerlijke weiden voor het vee en een weligen plantengroei.
Tot de rivieren behooren er de bron-takken der Rio Dolce en de Catamarca, die er zich in een meer uitstort. Men verbouwt er katoen, peper en graan, en de inwoners zijn er meestal landbouwers, veefokkers en arriéros. De nijverheid is er van weinig belang, en de Europésche waren komen er uit Buénos Ayres. De hoofdstad, evenzoo of eigenlijk San Fernando de Catamarca genoemd, ligt in een vruchtbaar dal aan eene rivier van dien naam en telt ongeveer 7000 inwoners.
