Castellane (Esprit Victor Elisabeth Boniface, graaf de), maarschalk van Frankrijk, werd geboren te Lyon den 26sten Maart 1788.
Zijn vader, te voren een vrijzinnig lid der vertegenwoordiging, schaarde zich later aan de zijde der Bourbons en werd in 1815 pair. Zijn onstuimig karakter deed hem overhellen tot den soldatenstand: in 1804 nam hij dienst, woonde de veldtogten bij in Italië en Spanje, werd in 1808 luitenant en verwierf bij Wagram (1809) het kruis van het Legioen van Eer. In 1810 zag hij zich tot kapitein benoemd, ging als adjudant van graaf Lobau naar Rusland en werd na de inneming van Moskou aan het hoofd geplaatst van een eskadron. Wél werd hij in 1813 door Napoleon I tot majoor bevorderd, doch hij schaarde zich na diens val terstond aan de zijde der Bourbons.
In 1822 was hij kolonel bij een regiment hussaren en nam deel aan den veldtogt naar Spanje. In 1830 stelde hij zich beschikbaar bij de Julij-dynastie en woonde in 1832 de belegering der Citadel van Antwerpen bij. Daarna werd hij luitenant-generaal en bevelhebber van de armée der Pyreneeën. In 1837 zag hij zich benoemd tot pair en begaf zich met het leger naar Afrika, doch bij het uitbarsten der Februarij-omwenteling (1848) bevond hij zich als bevelhebber eener divisie te Rouen, waar hij moeite genoeg had, om de onrustige arbeiders in bedwang te houden. Castellane was toen ook bereid, om de republiek te dienen, doch de regering stelde geen groot vertrouwen op hem en gaf hem eervol ontslag.
Inmiddels wist hij door middel van eene zijner dochter, de markiezin de Contades, betrekkingen aan te knoopen met den voorzitter der republiek Lodewijk Napoleon, zoodat hij kort voor den straatsstreek benoemd werd tot commandant te Lyon, waar hij den Keizer belangrijke diensten bewees. Deze beloonde hem door hem te benoemen tot senator, tot maarschalk en tot bezitter van het grootkruis van het Legioen van Eer. Toen na den aanslag van Orsini Frankrijk in 5 groote militaire districten verdeeld werd, zag hij zich bevestigd in zijne betrekking als commandant van Lyon en deed alles om in het zuiden van Frankrijk het gezag des Keizers te handhaven. Hij overleed den 16den September 1802. Hij bezat een zeer zonderling karakter en viel niet in den smaak van het volk.