Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Carica

betekenis & definitie

Carica of meloenboom is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Cucurbitaceën; het onderscheidt zich door tweehuizige en door volkomene bloemen met een kleinen kelk, eene trechtervormige, 5-lobbige bloemkroon met

10 meeldraden, een 5-lobbigen stempel en eene éénhokkige komkommervrucht.

De hoornen van dit geslacht bevatten een bitter melksap en dragen langgesteelde, handvormige bladeren en okselstandige bloemtrossen.

C. Papaya L. (Papaya Carica Gaertn.), in Brazilië groeijende, heeft 7-lobbige bladeren en langwerpige gegroefde, op meloenen gelijkende vruchten, die wel eens ½ Ned. pond zwaar worden. Deze boom is ook in andere keerkringslanden van Amerika, op Suriname en in Hindostan te vinden; hij wordt 6 Ned. el hoog en 6 Ned. palm dik in middellijn. Zijne schors is glad en grijs, en de bloemen zijn licht-geel of wit en welriekend.

Hij groeit met verbazende snelheid en draagt het geheele jaar bloemen en vruchten. De stam is vol melksap, dat met honig een uitmuntend middel tegen de wormen oplevert. De vruchten zijn aanvankelijk groen, maar worden bij het rijpen geel en bevatten een sappig en wèlsmakend vleesch en veel zaad. zij worden doorgaans versch en op de wijze van meloenen genuttigd.

Onrijp maakt men ze in als augurken of men kookt ze als groenten.

De meloenboom is op onze breedte in oranjerieën geene zeldzaamheid.

< >