Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Cambronne

betekenis & definitie

(Pierre Jacques Etienne, baron de), een Fransch generaal, werd geboren den 26sten December 1770 te St. Sebastian bij Nantes en wierp zich met jeugdige geestdrift in de armen der Revolutie. Hij diende bij de nationale garde van het legioen van Nantes in de Vendée, ging in 1795 over tot de linie-troepen onder Masséna en onderscheidde zich als kapitein bij Zürich daardoor, dat hij met zijne compagnie aan 1500 vijanden de wapenen deed nederleggen.

In het algemeen verwierf hij door zijne persoonlijke dapperheid zulk eene achting bij het leger, dat het hem in plaats Latour d' Auvergne, bij Neufchâtel gesneuveld, tot „eerste grenadier der Republiek” wilde benoemen, 't geen hij van de hand wees met de verklaring, dat die eer toekwam aan elken Franschen soldaat. Allengs klom hij op tot bataljons-chef en tot kolonel van het 16de regiment infanterie, terwijl hij zijne gewone dapperheid betoonde in den slag bij Jena en in den oorlog tegen Oostenrijk.

Als commandant van het derde regiment voltigeurs der garde nam hij deel aan de veldtogten van 1812 en 1813, dekte met Bertrand na den slag bij Hanau den terugtogt en werd eerst in het gevecht bij Craone en vervolgens bij de verdediging van Parijs zwaar gewond. Na de abdicatie van Napoleon vergezelde hij als chef van eene divisie der oude garde den Keizer naar Elba en keerde in Maart 1815 met hem terug. De proclamatie van Napoleon, tot het leger gerigt, was door hem onderteekend.

Laatstgenoemde schonk hem het groot-kruis van het Legioen van eer en bevorderde hem tot luitenant-generaal, hem vervolgens verheffende tot pair. In den slag bij Waterloo voerde hij bevel over eene divisie der oude garde, die het carré formeerde, waarin zich Napoleon met zijne maarschalken bevond. Men beweerde geruimen tijd, dat hij hier den vijand, die hem tot den overgave maande, beantwoord heeft met het beroemde „La garde meurt et ne se rend pas! (De garde sterft maar geeft zich niet over!)”. Cambronne heeft echter verzekerd, dat gemeld antwoord niet van hem afkomstig is, — volgens sommigen is het van den kolonel Michel Maret.

Door een kartetskogel van het paard geworpen, met bloed en wonden overdekt, werd hij door de Engelschen gevangen genomen en eerst naar Brussel en toen naar Londen gebragt. Toen de naam van Cambronne na de restauratie op de lijst der verbannenen werd geplaatst, begaf hij zich in 1815 naar Parijs, om zich te verdedigen, en hij werd in 1816 door 2 krijgsraden volkomen vrijgesproken, omdat hij geen eed van trouw aan de Bourbons had afgelegd. Daarna vestigde hij zich in zijne geboorteplaats, en Lodewijk XVIII benoemde hem later tot veldmaarschalk en in 1820 tot commandant van Rijssel. Wegens zijne geschokte gezondheid nam hij in 1824 zijn ontslag en overleed den 5den Maart 1826 te Nantes, waar men van stadswege een gedenkteeken ter zijner eer heeft doen verrijzen.

< >