(Jacob Jan), een Nederlandsch staatsman, werd geboren te Vianen den 29sten Junij 1756, studeerde in de regten en werd in 1779 secretaris van legatie en chargé d’ affaires aan het Hof te Berlijn, waar hij tot in 1781 bleef. Een jaar later zag hij zich benoemd tot commissaris van de Kleine bank van justitie te Haarlem, in 1783 tot schepen dier stad en als zoodanig tot gedeputeerde naar de Staten van Holland. Hij was een aanhanger der Patriotsche partij en trok in 1786 als oud-schepen en kapitein der burgerij met 50 gewapende burgers naar Utrecht, waarna hij bevorderd werd tot kolonel der schutterij. Bij de omwenteling van 1795 werd hij lid der municipaliteit te Vianen, hoog-baljuw van Kennemerland en lid der Nationale Vergadering, waarvan hij het volgende jaar voorzitter was.
Bij de omwenteling van 22 Januarij 1798 was hij één der 22 leden, die in hechtenis werden genomen en naar het huis den Bosch gebragt. In het laatst van het jaar op vrije voeten gesteld, werd hij weldra commissaris van het Gouvernement bij het departementaal bestuur van Amstel, in 1800 en 1801 tijdelijk agent van Oorlog en in 1802 lid van het gedeputeerd bestuur van Holland. In 1804 nam hij zijn ontslag, wees is 1806 eene benoeming tot staatsraad van de hand en werd lid der vergadering van Hun Hoog-Mogenden. In 1807 zag hij zich op nieuw benoemd tot staatsraad en belast met de portefeuille van Justitie en Policie, welke hij in 1808 met die van koloniën verwisselde. Later werd hij minister-president van den Staatsraad en minister van Oorlog, legde in 1810 die betrekking neder, en was van 1811 tot 1813 lid van het Wetgevend Ligchaam. Willem I zond hem in 1814 als ambassadeur naar Spanje, vanwaar hij in 1816 terugkeerde. In 1817 werd hij lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, waar hij zitting hield tot in 1821. Hij was versierd met het grootkruis der orde van de Unie, met de Pruissische orden van den Zwarten en Rooden adelaar, en met het commandeurskruis der orde van den Nederlandschen Leeuw, en overleed op zijn buitenverblijf onder Wassenaar op den 4den October 1831.