Caffarelli da Fail kasteel Falga in Opper-Languedoc den 13den Februarij 1756, wijdde zijn geheele leven aan de wetenschap.
Zijne geschriften, die hem het lidmaatschap verschaften van het Instituut, handelen over wiskunde, openbaar onderwijs enz. of over wijsgeerige onderwerpen. Hij huldigde de beginselen der revolutie en diende als kapitein bij het leger van de Rijn. Toen echter de Nationale Conventie het doodvonnis over Lodewijk XVI had uitgesproken, gaf hij zijn ongenoegen daarover luide te kennen, werd in hechtenis genomen, doch zag zich een jaar later weder in vrijheid gesteld.
Hij werd zelfs lid van de commissie voor militaire zaken en keerde terug naar het leger, alwaar hij zich in September 1795 bij den overtogt nabij Düsseldorf over de Rijn onderscheidde. In een gevecht nabij Kreuznach verloor hij een been, doch nam niettemin als chef van het corps ingenieurs deel aan de expeditie van Egypte. Den 9den April 1799 werd hij bij St. Jean d’Acre zwaar gewond en hij overleed op den 27sten der laatstgenoemde maand.
— Zijn broeder Auguste, luitenant-generaal en pair van Frankrijk, geboren den 7den October 1766, was vóór de omwenteling in Sardinische krijgsdienst en nam vervolgens deel aan de revolutie-oorlogen. In 1804 zond Bonaparte hem naar Rome ten einde den Paus over te halen, om den Keizer bij zijne krooning te zalven. Daarna was hij gouverneur der Tuilerieën (1805) en vervolgens (1805—1810) minister van Oorlog in het koningrijk Italië. Vervolgens werd hij divisie-generaal bij de Italiaansche troepen van het Fransche leger in Spanje. Hier behaalde hij in 1811 eene overwinning bij Saragossa op de generaals Mina en Mendizabal, en streed in 1813 meermalen met goed gevolg tegen de Britsche magt. Na den terugkeer van Napoleon in 1814 werd hem het bevel opgedragen over de eerste militaire divisie.
Na de tweede restauratie verwijderde hij zich van het tooneel des openbaren levens, maar werd in 1831 door Lodewijk Philips tot pair benoemd en overleed te Lechelle den 23sten Januarij 1849.