Brunelle is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Lipbloemigen (Labiatae).
Het onderscheidt zich door een tweelippigen kelk, eene naakte keel, eene eenigzins geknotte, 3-tandige bovenlip en eene kortere, 2-spletige onderlip. De helmdraden zijn aan den top gevorkt of 2-tandig, waarvan de eene tand naakt is en de andere het helmknopje draagt. Er zijn groote schutblaadjes tusschen de bloemen geplaatst. In ons Vaderland vindt men de gemeene brunelle (Brunella vulgaris L.), een gezond en geurig veevoeder, algemeen in de weiden op hooge zand- en zavelgronden. Zij heeft gesteelde, langwerpig-eironde, aan den voet getande bladeren en een opgaanden stengel. Ook groeit hier en daar de ingesnedene brunelle (B. laciniata) met gesteelde, eirond-langwerpige bladeren, van welke de bovenste lancetvormig getand of vindeelig zjjn, — en de groot- bloemige brunelle (B. grandiflora) met een in ’t midden gebogen helm.