Bouquet is een Fransch woord, dat wij door bloemruiker vertalen. Intusschen gebruikt men het ook, om den geur van wijn aan te duiden. De stof, die aan den wijn het bouquet mededeelt, is een mengsel van oenant-aether (wijnbloem-aether) en alkohol.
Volgens Anthon moet men de geuren van wijn onderscheiden in algemeene en bijzondere. Deze laatste zijn weder verdeeld in 2 hoofdgroepen, namelijk van die, welke reeds aanwezig zijn in de druiven en andere vruchten , waaruit de wijn bereid wordt, — en van die, welke bij de gisting ontstaan. De groep der eerste vormen de aromatische, die der laatste de bouquet-wijnen. De wijnen van muskaat- en Isabella-druiven, van frambozen enz. zijn aromatisch, terwijl andere soorten van druiven, aardbeziën, kruisbessen, morellen enz. bouquet-wijnen leveren. Het namaken van het natuurlijk bouquet is eene hoofdzaak bij de wijnvervalsching.
