Bostandsji, afkomstig van het Turksche woord bostan, dat tuin beteekent, is de naam van des Sultans tuinwacht, eene militaire lijfwacht van ongeveer 600 man, aan wie de bewaking van het Serail en van alle Keizerlijke kasteelen is toevertrouwd.
Zij zijn er tevens tuinknechten, kanonniers, roeijers op de Keizerlijke vaartuigen, politie-dienaars, geheime scherpregters enz. Men heeft bij hen 9 rangen, en hun uniform bestaat uit een rooden jas met een licht-bruine kraag. Hun commandant, de “bostandsji-basji”, zit aan het roer van de Keizerlijke bark, en is tevens opzigter der havens en kanalen en chef der politie te Constantinopel. Ook te Adrianopel bevindt zich eene afdeeling der bostandsji. Een keurcorps uit de bostandsji vormen de “asseki’s”, met sabels gewapende ruiters, die den Sultan op zijne wandelingen vergezellen.
