Onder dezen naam vermelden wij:
Giuseppe Carlo Aurelio, baron de Bossi, een Italiaansch lierdichter, geboren te Turijn den 15den November 1758. In 1796 was hij Sardinisch gezant te Petersburg, daarna Fransch consul te Jassy en vervolgens prefect in één der departementen, terwijl hij tot ridder van het Legioen van eer en tot baron werd verheven. Hij huldigde bij afwisseling de omwenteling, Napoleon en de Bourbons, en overleed te Parijs den 20sten Januarij 1823. Niettemin worden zijne gedichten zeer geprezen; eene 2de uitgave daarvan is in 1814 te Londen in het licht verschenen.
Giuseppe Bossi, een Italiaansch kunstenaar en kunstkenner. Hij werd geboren den 11den Augustus 1777 te Busto Arficio op het gebied van Milaan, oefende zich te Rome en werd eerst secretaris en toen professor aan de kunst-academie te Milaan. Hij besteedde een groot gedeelte van zijn tijd aan het bestudéren van Leonardo da Vinci en Dante, hield veelal zijn verblijf op de Villa Melzi aan het meer van Como, en overleed te Milaan den 15den December 1815. Van zijne schilderstukken wordt de teekening meer geprezen dan het koloriet. Als geleerde heeft hij zich grooten roem verworven door zijne uitmuntende boekerij en door zijn prachtwerk “Del Cenaculo di Leonardo da Vinci, libri IV (Milaan 1810, met koperen platen).” In de Brera te Milaan bevindt zich zijn borstbeeld, door Canova vervaardigd.
Luigi Bossi, een Italiaansch oudheidkenner en geschiedschrijver. Hij werd geboren te Milaan den 28sten Februarij 1785, studeerde te Pavia en werd door Bonaparte aangesteld tot agent der Fransche regering te Turijn. Hij werd daarna directeur der archieven van het koningrijk Italië, en overleed te Milaan den 10den April 1835. Hij heeft eene reeks van 80 groote en kleine werken geschreven, waarbij zich eene “Istoria d’Italia” bevindt van 19 deelen.