Bosna-Serai (Sarajewo, Seraglio), de hoofdstad van Bosnië, ligt in eene schoone vlakte tusschen de bergen Igman en Trebevicz, ter plaatse, waar de Migliazka in de Bosna vloeit. Hoewel hare voormalige handelsgrootheid aanmerkelijk is gedaald, blijft zij nog altijd eene der fraaiste, rijkste en grootste steden van het Turksche rijk.
Zij telt ongeveer 40.000 inwoners, onderscheidene Grieksche kerken, 3 kloosters der Minorieten en meer dan 300 moskeeën. Het oude kasteel, dat er zich met 12 torens op eene rots verheft, is zeer groot, maar niet sterk. Bosna-Serai is een vereenigingspunt voor de karavanen, die zich van hier naar verschillende deelen van Turkije begeven. De nijverheid is er niet onaanzienlijk, doch bepaalt zich vooral tot het vervaardigen van laken, leder, ijzeren en koperen voorwerpen, messen, sabels, vuurwapenen enz. De stad is in 1263 door een Hongaarschen generaal gesticht, en op hare puinhoopen en die van de stad Kotor is in 1465 het hedendaagsche Bosna-Serai verrezen. Later echter heeft zij door herhaalden brand (1480 en 1697) een groot gedeelte van haren luister verloren.