Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Blindslang (De)

betekenis & definitie

Of hazelworm (Anguis fragilis L.) Een bruin en onschadelijk krui­pend dier, tot de orde der hagedissen (Saurii) behoorende, sluipt ook in ons Vaderland langs velden en hagen en wordt niet langer dan eene halve Ned. el en zoo dik als een vinger.

Het ligchaam van dit dier is rolrond en met gladde, glinsterende schubben bedekt. Zijn kop is zonder hals aan den romp ge­voegd, en zijn mond klein en met lange, scherpe, binnenwaarts gebogene tanden ge­wapend. Zijn staart is zoo lang als de romp, maar breekt zeer ligt af. Van ledematen ontdekt men geen spoor. Het gelijkt derhalve op eene slang, maar wordt wegens zijn ligchaamsbouw teregt onder de hagedissen gerekend.

De wijfjes leggen eijeren, en hier­uit komen jongen te voorschijn, die zoo geel zijn als stroo en zoo dik als eene penneschacht. Het is verkeerd, den hazelworm te vervolgen, daar hij voor de menschen onschadelijk is en het land van vele schade­lijke insecten zuivert. Wordt hij gevangen, dan geraakt hij ligt in een staat van kramp­achtige verstijving, zoodat hij als glas in stukken breekt. De blindslang — zie neven­staande figuur — leeft in geheel Europa van Siberië tot aan de kust der Middellandsche zee.

< >