Deze geschiedt vooral door een 3-tal verschillende inrigtingen, namelijk door hospitalen voor blinden, — door inrigtingen tot verpleging van onherstelbare blinden, — en door instituten, waarin vooral blinde kinderen opgevoed en onderwezen worden.
Het oudste blinden-instituut werd in 1260 na den kruistogt van Lodewijk de Heilige te Parijs gesticht, en hierin vonden vooral krijgslieden eene wijkplaats, die in Egypte blind waren geworden. Na de Duitsche bevrijdings-oorlogen werden er 5 werkhuizen voor blinde soldaten gesticht, en dit voorbeeld is in de voornaamste steden van Europa nagevolgd. Inrigtingen voor opvoeding en onderwijs van blinde kinderen zijn eerst in de tweede helft der voorgaande eeuw verrezen. Reeds veel vroeger werden middelen aangewend, om aan blinden onderrigt te geven, doch eerst in den laatsten tijd is het blinden-onderwijs een tak van de paedagogie geworden. Sommige blinden hebben zelve rekenborden, lees- en schrijfmachines enz. uitgevonden. Eene zekere jufvrouw Paradies te Weenen bedacht een vernuftigen toestel tot lezen en schrijven en maakte groote vorderingen in het orgelspel. Zij stond in 1784 den edelen Valentin Hauy, den broeder van den vermaarden delfstofkundige, ijverig ter zijde, toen deze eene dergelijke inrigting voor blinden wilde stichten als de abt de l' Epee voor doofstommen had gegrondvest.
Zijne pogingen gelukten. Voor het lezen gebruikte hij verheven letters van metaal, waarmede tevens op papier gedrukt kon worden, — voor het schrijven een raam met draden, om de noodige ruimte tusschen de regels te houden, — en voor de aardrijkskunde kaarten, waarop de bergen, rivieren, steden enz. geprikt waren. Reeds in 1791 werd de inrigting eene Koninklijke en met het Instituut voor doofstommen vereenigd. Bonaparte voegde later de inrigting van Hauy bp het blinden-hospitaal “Quinze vingts”, maar dit werkte zoo ongunstig op de jeugdige kweekelingen, dat Hauy zich daaraan onttrok en eerst eene bijzondere inrigting verrijzen deed, maar in 1806 op uitnoodiging van Alexander I naar Petersburg vertrok, om aldaar een blinden-instituut te stichten. Na de restauratie (1816) werd het blindeninstituut te Parijs weder van het hospitaal gescheiden en onder het opzigt van den beroemden arts Guillié geplaatst. Ook in andere steden van Frankrijk bevinden zich thans dergelijke inrigtingen, voorts in de hoofdsteden van ons werelddeel, — en in ons Vaderland te Amsterdam en te Rotterdam.
Het voorlaatste is in 1808 door menschlievende vrijmetselaars gesticht en voor blinde kinderen geopend. Later werd het meer en meer uitgebreid. Ook is te Amsterdam in 1843 een asyl gesticht voor volwassen blinden. Daarenboven heeft men een opvoedingsgesticht voor blinde kinderen van de R. Katholieke godsdienst te Laren. Het onderwijs te Amsterdam strekt zich uit over de vakken van het lager onderwijs, voorts over handwerken en muziek, en voor de hoogere klassen over algebra, meetkunde, algemeene geschiedenis, beginselen der natuurkunde, Hoogduitsch en Fransch.
De blinden lezen met de vingers, dat wil zeggen, zij laten de vingertoppen loopen over reliëfschrift of, zooals thans algemeen gebruikelijk is, over prikschrift. Men heeft namelijk de letters vervangen door punten, en het verschil tusschen de letters door het aantal en de plaatsing der punten duidelijk gemaakt. Om te leeren schrijven heeft het blinde kind een houten blad, waarin de vorm der letters is uitgesneden; het kan dien vorm met zijn griffel nagaan en vervolgens op de lei overbrengen.
Rélièfkaarten doen uitmuntende dienst op het onderwijs in de aardrijkskunde, en het rekenen geschiedt meestal uit het hoofd. Vooral wordt veel werk gemaakt van het onderrigt in de muziek, omdat deze troostrijk is voor den blinde en hem tevens in de gelegenheid stelt, om in zijn onderhoud te voorzien, Belangrijk is tevens het onderwijs in verschillende handwerken, zooals spinnen, breijen, het vervaardigen van matten, van manden en van allerlei voorwerpen op de draaibank. Men heeft voorbeelden van blinden, die zich buitengewoon hebben ontwikkeld. Tot hen behoorden Saunderson, hoogleeraar in de wiskunde te Cambridge, Thomas Blacllock, doctor in de godgeleerdheid en een geliefd kanselredenaar, Johann Knie, die zonder eenig geleide eene reis door Duitschland ondernam enz.