Bartholomieten is de naam van de orde der zoogenoemde hervormde Arméniërs in Italië. Zij verkregen in 1307 een klooster te Genua, hetwelk zij toewijdden aan de heilige Maria en den heiligen Bartholomaeus.
Zij verlieten den regel van den heiligen Basilius, namen dien van den heiligen Augustinus aan, werden door Innocentius VI bevestigd en kozen een eigen generaal zonder zich geheel en al los te maken van hunne betrekkingen in het Oosten. Hunne kleeding was aanvankelijk bruin, toen zwart en vervolgens wit.
Deze orde verspreidde zich over onderscheidene steden van Italië, maar zij nam weldra af en werd in 1650 opgeheven. Van hare talrijke kloosters waren destijds slechts 5 met 40 monniken overgebleven. Toen schonk Innocentius X aan elk van hen eene zekere som voor hun onderhoud en tevens het verlof, om tot eene andere orde over te gaan. De sage vermeldt, dat in hunne kerk te Genua de beeldtenis was opgehangen, die door Christus aan koning Abgarus was gezonden. Onder de leden der orde bevonden zich welsprekende predikers, zooals Cherubini, Cerbelloni, Paulo Costa enz.
De naam van Bartholomieten werd ook gedragen door de leden eener vereeniging van R. Katholieke geestelijken, door Bartholomaeus Holzhauser uit Longau bij Dillingen in 1639 gesticht en door den Paus in 1680 bevestigd. Zij hadden zich door een eed verbonden, om alle priesterlijke pligten met getrouwheid te vervullen en al hunne inkomsten, voor zoover zij deze niet aan aalmoezen besteedden, in de kas der vereeniging te storten. Zij wilden zorgen, dat er zooveel mogelijk in elk bisdom een seminarium voor toekomstige geestelijken, alsmede inrigtingen voor ouden en gebrekkigen enz. zouden bestaan.
De districtspresident was onderworpen aan den bisschop, en de voorzitter van de geheele vereeniging enkel aan den Paus. Nadat deze vereeniging zich niet alleen in Duitschland, maar ook in de aangrenzende landen had uitgebreid, is zij tegen het einde der 17de eeuw langzamerhand bezweken, zoodat zij naauwelijks de 18de eeuw heeft beleefd. Het schijnt echter, dat zij in den jongsten tijd in Beijeren op nieuw is begonnen te bloejjen.