Barbarini is de naam van een aanzienlijk Romeinsch geslacht. Het bezat, onder den naam van Castellini, tot aan het begin der 13de eeuw uitgebreide goederen te Semifonte, maar begaf zich, na de verwoesting dier stad (1202), naar Florence, en noemde zich naar Barbarino, de voornaamste bezitting der familie, voortaan Barbarini. De roem van dit geslacht klom ten top, toen Maffeo Barbarini in 1628 als Urbanus VIII tot paus werd verkozen en aan zijne bloedverwanten groote schatten, aanzienlijke hertogdommen en den vorstelijken titel verleende.
Toch was na verloop van eene eeuw al die rijkdom verdwenen en het geslacht in de mannelijke lijn uitgestorven. De kardinaal Francesco III, de laatste mannelijke spruit, vermaakte zijne goederen en titels aan zijn neef Urbano, een zoon van Giulio Caesare, prins van Colonna en Cornelia Constantia Barbarini. Deze zijtak der Colonna’s heeft den naam en het wapen van Barbarini aangenomen. Laatstgemelde Francesco was in 1623 reeds kardinaal, abt van Grotta Ferrara, bibliothecaris en vice-kanselier der Roomsche kerk, stadhouder te Avignon en Urbino enz. en overleed in 1697. Hij is de stichter van de groote Barbarinische boekerij, die bij zijn dood reeds 60000 deelen en 9000 handschriften telde. Ook heeft hij het paleis Barbarini te Rome gesticht, het grootste na het Vaticaan. Zijn broeder Taddeo l, gehuwd met Anna Colonna, de dochter van hertog Philippus van Tagliazzo, verving zijn vader als opperbevelhebber der Pauselijke troepen, werd prefect van Rome en zag zich beleend met het vorstendom Palestrina en een aantal aanzienlijke goederen.
Toen na den dood van zijn oom, paus Urbanus, diens opvolger Innocentius X, als een vijand van de Barbarini, gestrenge rekenschap vorderde van hun beheer, namen de beide broeders de vlugt naar Frankrijk. Nu werden zij te Rome vervallen verklaard van hunne waardigheden en men stelde een hoogen prijs op hunne hoofden; doch de Koning van Frankrijk sprong voor hen in de bres, en toen door het huweljjk van ’s Pausen nicht Olympia Giustiniani met Maffeo II Barbarini alle beletselen der toenadering waren opgeheven, hielden de leden van het geslacht Barbarini in 1653 een feestelijken intogt te Rome. Taddeo was in 1647 te Parijs gestorven , en de jongste broeder, Antonio IV, hertog van Segni, werd kardinaal, bisschop van Palestrina, kamerheer enz. In 1631 nam hij in naam van den paus het hertogdom Urbino in bezit, — in 1633 verkreeg hij het bewind over de legatie Avignon en in 1641 over de legatiën Bologna, Ferrara en Romagna. Lodewijk XIII van Frankrijk had hem reeds benoemd tot groot-aalmoezenier (zie onder dit woord) en tot aartsbisschop van Rheims. Hij overleed in 1671 en was gedurende zijn leven een ijverig voorstander van kunst en wetenschap. Ook vervaardigde hij zelf gedichten in de Latijnsche en Italiaansche taal. — Dat het hedendaagsche geslacht Barbarini enkel van moederszijde van den ouden stam afkomstig is, hebben wij reeds gezegd.