Woordelijk vertaald, beteekent dit “aan den houder, den houder.” De uitdrukking wordt gebezigd, om aan te duiden, dat een of ander geldswaardig papier zal worden uitbetaald in geld aan hem, die het op den vervaltijd in handen heeft, door hem, die naar den aard en den inhoud van het stuk tot de voldoening er van verpligt is. Zulk papier bevat aldus niet den naam van hem, die tot opvordering van de daarin uitgedrukte geldsom geregtigd is, en er is voor de wettige overdragt van den een op den ander geene formaliteit hoegenaamd noodig; de eenvoudige overgifte van hand tot hand is voldoende, om den nieuwen bezitter tot volledig eigenaar te maken. In ons regt heet zulk papier “papier aan toonder.”
Het is onderscheiden zoowel van het papier “op naam” waarin de regthebbende op de geldsom genoemd wordt, als van het “papier aan order,” dat vatbaar is voor overdragt aan een ander door middel van het “endossement” (zie aldaar). Wissels, orderbriefjes of promessen en assignatiën kunnen volgens ons regt niet aan toonder betaalbaar gesteld worden. Daarentegen erkent ons regt wel het in den handel gebruikelijke papier, genaamd : promesse aan toonder (wel te onderscheiden van de zooeven genoemde “promesse aan order”), het kassiers- en ander door een derde betaalbaar papier aan toonder, gewoonlijk vervat in den vorm van eene assignatie of eene quitantie. Het genoemde papier wordt uitgegeven door bijzondere personen. Beloften van betaling, door banken afgegeven, zoogenaamde bankbiljetten, luiden ook aan toonder; zoomede muntbiljetten, beloften van betaling van den Staat, eene gemeente of eene andere corporatie: zooals effecten, coupons, schatkistbiljetten, aandeelen in leeningen en andere schuldbekentenissen. Loterijbriefjes, plaatskaartjes op spoorwegen, diligences enz. Toegangskaarten voor openbare vermakelijkheden en andere stukken, waaraan de houder een of ander regt of eene bevoegdheid, om iets te doen of te laten, ontleent, bevatten in den regel ook geen naam van een bepaald persoon, en behooren dus tot het papier “au porteur.” Ook kunnen cognossementen en polissen aan toonder gesteld worden; chartepartijen niet (zie aldaar).
