Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 12-01-2018

Atellanen

betekenis & definitie

Atellanen (fabulae Atellanae) zijn vrolijke volksspelen, die ook wel Oscische volksspelen (ludi Osei) genoemd werden, omdat zij afkomstig waren uit de Oscische stad Atella. Van hier kwamen zij te Rome, waar zij tot aan den tijd der Keizers bleven bestaan. Toen er het Grieksche drama door Livius Andrónicus was ingevoerd, werden de Atellanen dikwijls als nastukjes gegeven (exodia), om de smartelijke aandoeningen der toeschouwers te matigen. Romeinsche jongelingen traden er in op als spelers, ’t geen in het drama niet geoorloofd was.

De vaste personen in de Atellanae waren: Maccus, een dom, onnoozel en linksch man, die door allen bedrogen, bespot en mishandeld werd, — Bucco, de schuimlooper der nieuwe comédie, zich onderscheidende door schranderheid, opgeruimdheid en geestigheid, — Pappus, een bijgeloovige en gierige grijsaard, — en Dossenus, een sluwe bedrieger en toovenaar. De voorstellingen waren ontleend aan het leven der weinig ontwikkelde landlieden, zoodat spoken en geesten daarin eene belangrijke rol vervulden. De handeling was niet zeer ingewikkeld, daar men zich enkel ten doel stelde, karakters te teekenen en grappige toestanden te vertoonen. Het viel daarom den tooneelspelers niet moeijelijk, er geestige verzen voor de vuist tusschen te voegen. Of men zich daarbij te Rome van de Latijnsche of van de Oscische taal bediend heeft, is onzeker. Cn. Naevius en L. Pomponius zijn de eersten geweest, die dergelijke blijspelen werkelijk geschreven hebben.

< >