Anthropophagen of menscheneters zijn volkeren, die op den laagsten trap van ontwikkeling staan en zonder eenig bezwaar de ligchamen van hunne vijanden verslinden. De gebrekkige aardrijkskundige kennis der Ouden, ondersteund door de zucht om fabelen en wonderen te verhalen, bevolkte de aarde met monsters, die als bloeddorstige tijgers hunne broeders verslonden.
De oude Grieken hielden de bewoners van het verre Scythië en van het zuidelijk gedeelte van Aethiopië voor anthropophagen, en zelfs volgens de berigten van reizigers der 16de eeuw was half Azië en Afrika door menscheneters bewoond. In den laatsten tijd beperkte men de verblijfplaats der anthropophagische volkeren tot de Zuidzee-eilanden, en er bevinden zich ook nog eenige in Afrika. Volgens du Chaillu (Explorations and adventures in equatorial Africa) is bij de Fan of Paauwen menschenvleesch een voornaam voedsel en dien ten gevolge een belangrijk handelsartikel. Zij eten niet alleen de gesneuvelde en gevangene vijanden, maar ook hunne eigene dooden, ja, zij halen de lijken uit de graven om ze te nuttigen.
De Caraïben en eenige Indiaansche stammen bevredigen door het verslinden van verslagene vijanden een gevoel van wraakzucht Men heeft ook enkele menscheneters in beschaafde staten — personen, die door een onweerstaanbaren trek naar menschenvleesch worden gedreven. Ook woede en vertwijfeling leiden wel eens tot anthropophagie. De vreedzame Mexicanen nuttigden in den tijd van Cortez de Spanjaarden, die bij den terugtogt uit de hoofdstad in hunne handen vielen. Het vreeselijkste voorbeeld daarvan vinden wij in de geschiedenis van Egypte, waar gedurende den hongersnood van 1200 en 1201 duizende menschen door hunne medemenschen geslagt en opgegeten werden. De ouders verslonden hunne kinderen, en de gewoonte herschiep den aanvankelijken nood in een uitgezocht genot. In de oorlogen der Engelschen tegen de Ashantijnen werd den gevangen officieren het hart uit het ligchaam gerukt en aan den Koning en de voornaamste veldheeren voorgezet, die er allen een gedeelte van nuttigden. Het is tevens een volkomen gestaafd feit, dat omstreeks het jaar 1770 te Berka bij Weimar een herder bij herhaling een moord bedreef, om zich aan menschenvleesch te kunnen vergasten.
