Anthropopathismus is het toekennen van menschelijke gewaarwordingen en hartstogten aan nietmenschelijke wezens van hoogeren of lageren rang, bijvoorbeeld aan dieren, zoo als in de fabelen van Esopus of in den Reinaart, maar vooral aan de Godheid. Ook hier heeft men, evenals bij het anthropomorphismus, hetzelfde verschil van symbolisch en dogmatisch anthropopathismus.
Alleen het eerste strookt met eene waardige voorstelling van het Goddelijk wezen en ontstaat door het verlangen, om een aanschouwelijk denkbeeld te vormen van de Godheid. Hierbij zijn dus Gode onwaardige gevoelens en hartstogten uitgesloten, — 't geen men van het dogmatisch anthropopathismus niet verzekeren kan. In ruimeren zin noemen de godgeleerden elke voorstelling van God an- thropopathisch, omdat wij Gods volmaaktheden enkel door gebrekkige menschelijke deugden kunnen aanduiden.